Grenzen en Regels

• Mentorles
• HBO
• Studiejaar 1

Je mag niet rennen door de gangen

Vaardigheidstraining periode 3​

Leerlijn: Pedagogisch bekwaam

Regels en Grenzen

Inhoud VHT

- Hoe formuleer je regels?
- Hoe bespreek je de regels met leerlingen?
- Hoe zorg je ervoor dat de regels worden nageleefd?
- Hoe geef je je eigen grenzen aan?

Regels 

Introductie (8 minuten) 

Schrijf eerst voor jezelf op welke negatief geformuleerde regels er in jouw stageklas gelden. Wat mogen kinderen allemaal niet? 

Wissel de negatieve regels uit. Probeer samen de regels positief te formuleren. Schrijf deze positieve regels op 

Als je tijd over hebt kun je proberen om er iets leuks/motiverends van te maken. ”We praten in deze klas met spionnenstemmen”. “We lopen als muisjes door de gang”.

Denk niet aan het roze olifantje 

Welke regels vind jij belangrijk? En waarom vind jij deze belangrijk?

Hoe wordt er op jouw stageschool met de schoolregels omgegaan?

Wat vind je van de aanpak?

04:30

Zou jij dit kunnen?

Ja

Nee

Dat weet ik niet

01:20

Hoe zou jij reageren als dit op jouw stageschool gebeurd?

07:00

Had jij misschien wat anders gedaan?

1. Ja
2. Nee

Ongeschreven regels 

-  Welke regels gelden er bij ons in de klas?
-  Zijn er ongeschreven regels?​
-  Hebben wij regels nodig in de klas?​
-  Wat gebeurt er als iemand zich niet aan de regels houdt?​

Maak nu met je groepje een klassenregelposter​

Welke regels gelden er bij jullie in de klas?​

Kun je de regels categoriseren?​

Maak niet te veel regels. De poster is bedoeld als geheugensteuntje.

- Bedenk welke regels jij belangrijk vindt​
- Je maakt de regels samen met de groep​
- Begin niet met te veel regels!​
- Herhaal de regels regelmatig. (vertel de 

   kinderen aan het begin van de les wat je van 

    ze verwacht)​
- Je voert de regels consequent en positief uit​
- Je geeft een direct gevolg aan kinderen die 

   zich niet aan de regels houden (benoem wat 

    je wel wenst en complimenteer kinderen die 

    zich aan de regels houden.)​
- Regels zijn dynamisch. Pas ze aan indien 

   nodig.

Opdracht (15 minuten)

Tips

Grenzen

Aangeven van grenzen

Praat vanuit de ik-vorm (ik-boodschap):          ‘Ik merk dat je door me heen praat.’​

Formuleer wat je zegt positief :                            ‘We laten elkaar uit praten.’​

Probeer rustig te blijven​

Respecteer de grenzen van de ander:              ‘Ik zie dat je boos bent, we praten er straks over  

                                                                                              verder als je minder boos bent.’​

Maak je verwachtingen duidelijk:                        ‘We gaan zo naar buiten en zijn rustig op de gang.’​

Benoem de bijbehorende regels:                        ‘We blijven van elkaar af en doen elkaar geen pijn.’​

​

Stappen richting gewenst gedrag. Wat is volgens jou de juiste volgorde? 

1

2

3

4

5

6

Non verbale communicatie 

Positieve groepscorrecties

Anoniem individuele correctie

Individuele correctie onder 4 ogen

Publieke correctie

Consequentie 

Escalatieladder 

De escalatieladder is een hulpmiddel om je bewust te 

van je handelen bij het stellen en naleven van grenzen. 

Opdracht (8 minuten) 

- Bedenk wat jij in de eerste instantie doet wanneer een 

   leerling gedrag vertoont wat ongepast is. 

- De leerling luistert niet, wat doe je nu? 

Hoe ziet jouw escalatieladder eruit? 

​

Hoe kan het dat jouw escalatieladder kan afwijkt met de escalatieladder van iemand anders?

Escalatieladder

Kan jij je nog een situatie herinneren waarbij je onbewust de escalatieladder hebt toegepast? 

Zou jij de stappen die je hebt genomen kunnen beschrijven?