C Aantekeningen maken

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Lesplanning

* lezen in je leesboek

* woordenschat par. B + C

* oefeningen

Lesdoel

Aan het einde

van de les:

* weet je hoe je aantekeningen maakt bij een uitleg, presentatie of gesprek.

Woorden par. B

eenzaam

de factor

de leemte

het leenwoord

nuttig

het onderscheid

tot overmaat van ramp

het steekwoord

de taalverloedering

de toelichting

Je hebt deze woorden al eerder opgeschreven.

Van welke woorden weet je de betekenis nog niet? Bespreek dit met je buurman of -vrouw, mogelijk weet hij of zij de betekenis wel.

Woorden par. B

1. eenzaam
   
2. de factor
   
3. de leemte
   
4. het leenwoord
   
5. nuttig
   
6. het onderscheid
   
7. tot overmaat van ramp
   
8. het steekwoord
   
9. de taalverloedering
   
10. de toelichting

1. alleen
   
2. iets wat invloed heeft
   
3. gemis, iets wat ontbreekt
   
4. woord uit een andere taal
   
5. goed of handig om te gebruiken
   
6. waarmee iets opvalt of verschilt
   
7. er komt nog meer ellende
   
8. belangrijk, samenvattend woord
   
9. taalverandering die negatief overkomt
   
10. uitleg, verklaring

Woordenschat

Schrijf de woorden van OB par. C over in je schrift en hou ruimte erachter of eronder over om de betekenis te kunnen opschrijven.

Weet je de betekenis al? Schrijf die er meteen achter/onder.

Weet je deze nog niet? Schrijf die erbij zodra je het wel weet.

Opdracht 1 t/m 3

Je maakt individueel opdracht 1 t/m 3 van par. C. 

Na 5 minuten mag je jouw antwoorden met je buurvrouw of -man bespreken.

Par. C 

Aantekeningen maken

• video over de Tweede Wereldoorlog bij geschiedenis
  
• uitleg bij wiskunde
  
• overleg voor een werkstuk in groepjes
  
• presentatie van een klasgenoot
  

• Actief betrokken (luisteren, meedenken, schrijven)
• Beter concentreren
  
• Beter onthouden
  
• Later teruglezen
  

Waarom aantekeningen maken?

Hoe?

• Hoofdzaken
  
• Noteer het onderwerp
  
• Onderstreep belangrijke woorden en begrippen

Het Oudnederlands is de oudste fase van de Nederlandse taal en werd gesproken van ongeveer 500 tot 1200. Deze periode viel samen met de vroege middeleeuwen, een tijd van tribale samenlevingen en beperkte schriftelijke bronnen. De beste teksten zijn vaak een beetje onsamenhangend en hebben vaak iets religieus.

Een bekend voorbeeld is de “Hebban olla vogala” zin, vaak beschouwd als een van de oudste Nederlandse zinnen:

Hebban olla vogala nestas hagunnan, hinase hic enda thu, wat unbidan we nu?

(Vertaald als: Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij, waar wachten we nog op?)

Structuur

• Volg de structuur van de spreker
  
• Breng zelf extra structuur aan (bv. met bulletpoints of witregels)

Het Oudnederlands is de oudste fase van de Nederlandse taal en werd gesproken van ongeveer 500 tot 1200. Deze periode viel samen met de vroege middeleeuwen, een tijd van tribale samenlevingen en beperkte schriftelijke bronnen. De beste teksten zijn vaak een beetje onsamenhangend en hebben vaak iets religieus.

Een bekend voorbeeld is de “Hebban olla vogala” zin, vaak beschouwd als een van de oudste Nederlandse zinnen:

Hebban olla vogala nestas hagunnan, hinase hic enda thu, wat unbidan we nu?

(Vertaald als: Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij, waar wachten we nog op?)

Compacte taal en tekens

• Liever geen volledige zinnen
• Afkortingen (evt. zelfbedacht)
• Handige tekens
  

Het Oudnederlands is de oudste fase van de Nederlandse taal en werd gesproken van ongeveer 500 tot 1200. Deze periode viel samen met de vroege middeleeuwen, een tijd van tribale samenlevingen en beperkte schriftelijke bronnen. De beste teksten zijn vaak een beetje onsamenhangend en hebben vaak iets religieus.

Een bekend voorbeeld is de “Hebban olla vogala” zin, vaak beschouwd als een van de oudste Nederlandse zinnen:

Hebban olla vogala nestas hagunnan, hinase hic enda thu, wat unbidan we nu?

(Vertaald als: Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij, waar wachten we nog op?)

Kortom

• Door aantekeningen te maken reproduceer je informatie later beter.
• Denk aan hoofdzaken, structuur en compacte taal en tekens in je aantekeningen.

Opdracht

Maak opdracht 4 en 5 (H3 par. C) met je buurman of -vrouw.

Maak gebruik van de theorie in je handboek (HB) op blz. 84-85.

boomdigitaal.nl

Taalcanon ism Kern; maak aantekeningen bij deze video.

Huiswerk

Maandag 23-09:

OB H3 p.F - maken opdracht 1 t/m 4

Vrijdag 27-09:

SO H3

Eerste-lessen-reactiepapier

Tijd voor de eerste-lessen-reactiepapier! 

Lees mijn reactie op jouw opmerking of vraag en vul voor deze les opnieuw een vraag of opmerking in.