Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
HG5
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Wat betekent deze zin?
«Ἆρ’ ἐπίσταται τὰ παιδία τὸν μῦθον τὸν
περὶ Οἰδίποδος;»
A
De kinderen kennen het verhaal over Oedipus.
B
Het kind kent het verhaal over Oedipus.
C
Kennen de kinderen het verhaal over Oedipus?
D
Kent het kind het verhaal over Oedipus?
Slide 7 - Quiz
Waarom staat τῇ Ἑλλάδι in de dativus?
A
Vanwege het voorzetsel ἐν
B
Omdat het meewerkend voorwerp is
C
Het staat helemaal niet in de dativus
D
Omdat het bezit aangeeft
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
In welke naamval staat πατέρα?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus
Slide 10 - Quiz
In welke naamval staat ἄρχοντος (r. 24)?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
accusativus
Slide 11 - Quiz
De koning van Korinthe (waar Oedipus opgroeit) heet Laios
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quiz
De man die de baby Oedipus moet doden, geeft hem aan de koning van Korinthe.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quiz
Wat betekent deze zin?
Μόνον πάρεισιν ὄρνιθες ἐν τῇ ὁδῷ. (r. 35-36)
Slide 14 - Question ouverte
Welke naamval en waarom?
χεῖρας (r. 53)
A
nominativus; onderwerp
B
genitivus; bezit
C
dativus; middel
D
accusativus; lijdend voorwerp
Slide 15 - Quiz
's Ochtends zijn er vogels op de weg, 's middags mensen.
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Oedipus weet dat hij zijn vader heeft vermoord.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Welke naamval en waarom?
τὰς ὕλας (r. 64)
A
genitivus, vanwege het voorzetsel Ἀμφὶ
B
genitivus, bezit
C
accusativus, vanwege het voorzetsel Ἀμφὶ
D
Accusativus, lijdend voorwerp
Slide 18 - Quiz
Wie weet het antwoord op het raadsel van de sfinx?
A
Niemand, ook Oedipus niet
B
Niemand, behalve Oedipus
C
Iedereen die de sfinx tegenkomt
D
De koningen
Slide 19 - Quiz
Wat betekent deze zin?
Οὐδεὶς δὲ τῶν Θηβαίων ἐπίσταται. (89-90)
Slide 20 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
G3A 18-5
Mai 2020
- Leçon avec
23 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Argo t2 - tekst 6
Novembre 2021
- Leçon avec
24 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
6 tekst deel 2 vanaf r 12
Décembre 2021
- Leçon avec
37 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
13 december
Décembre 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2020-05-14 GM3 Grieks
Mai 2020
- Leçon avec
27 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
2020-05-18 GM3 Grieks
Mai 2020
- Leçon avec
15 diapositives
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Hoofdstuk 11 e
Mars 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Klassieke Talen
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
2ag & 2t Grieks 5-03 Tekst 12
Mars 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Aardrijkskunde
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 2