Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Toetsvoorbereiding H4
Welkom!
Pak je schrift en boek erbij.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Ik gooi met 2 gewone dobbelstenen. Op hoeveel manieren kan ik 7 gooien?
A
5
B
7
C
6
D
8
Slide 3 - Quiz
Vier teams spelen een hele competitie. Dus ze spelen een uit en een thuiswedstrijd. Hoeveel wedstrijden worden er gespeeld?
A
16
B
6
C
10
D
12
Slide 4 - Quiz
Er wordt een vlag gemaakt bestaande uit vier horizontale banen. De mogelijke kleuren zijn rood, wit, blauw, geel en groen. Twee aan elkaar grenzende banen mogen niet dezelfde kleur hebben. Hoeveel mogelijke vlaggen zijn er?
Slide 5 - Question ouverte
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Je laat de schijven hiernaast elk één keer draaien. Hoeveel uitkomsten zijn er met 2 keer rood en één keer geel?
A
6
B
13
C
20
D
27
Slide 8 - Quiz
Tellen
- met herhaling
- zonder herhaling
- combinaties (volgorde niet van belang) nCr op rekenmachine
- permutaties (volgorde wel van belang) nPr op rekenmachine
- faculteit (gebruik uitroepteken dus bv 5!)
Slide 9 - Diapositive
Er worden getallen gemaakt van 4 cijfers. Er is keuze uit 0, 1, 2, 3, 4 en 5. Hoeveel getallen zijn mogelijk indien elk cijfer meer dan één gebruikt mag worden?
Slide 10 - Question ouverte
Er worden getallen gemaakt van 4 cijfers. Er is keuze uit 0, 1, 2, 3, 4 en 5. Hoeveel getallen zijn mogelijk indien elk cijfer één keer gebruikt mag worden en het getal kleiner moet zijn dan 3200?
A
aantal = 144
B
aantal = 72
C
aantal = 204
D
aantal = 720
Slide 11 - Quiz
Jan heeft 2 scheikunde, 6 biologie en 3 wiskundeboeken. Hij geeft 3 biologieboeken weg aan Piet. Op hoeveel manieren kan dat?
A
aantal = 120
B
aantal = 20
C
aantal = 6
D
aantal = 15
Slide 12 - Quiz
Jan heeft 2 scheikunde, 6 biologie en 3 wiskundeboeken. Op hoeveel manieren kan je deze boeken naast elkaar zetten?
A
aantal = 36
B
aantal = 8640
C
aantal = 39916800
D
aantal = 11
Slide 13 - Quiz
Op hoeveel manieren kan je een groep van 14 personen verdelen in een groep van 8 en 6 personen?
A
aantal = 3003
B
aantal = 9018009
C
aantal = 672
D
aantal = 2162160
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Willem gooit tien keer met een munt. Telkens noteert hij K (kop) of M (munt) Een mogelijke serie is KKMMMKMKKM. Hoeveel series zijn er met 7 keer munt?
A
49
B
70
C
120
D
604800
Slide 17 - Quiz
Willem gooit tien keer met een munt. Telkens noteert hij K (kop) of M (munt) Een mogelijke serie is KKMMMKMKKM. Hoeveel series zijn er in totaal?