Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Communicatie
Slide 1 - Carte mentale
Non-verbale communicatie
Verbale communicatie
Taalgebruik
Omgangsvormen
Slide 2 - Diapositive
Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie is communiceren zonder taal te gebruiken. Je communiceert b.v. met je houding, kleding of met oogcontact.
Houding
Bewegingen
Gezichtsuitdrukkingen
Slide 3 - Diapositive
Verbale communicatie
Verbale communicatie is communicatie met taal. Je communiceert dus met woorden.
Gesproken of geschreven
Wat je denkt uit je meestal met taal (verbaal). Wat je voelt en wilt, uit je vaak met gedrag (non-verbaal).
Slide 4 - Diapositive
Verbale communicatie
Luisteren
De basisvaardigheden van actief luisteren zijn:
Kijk de bezoeker aan.
Stel vragen om de bezoeker beter te begrijpen (open/gesloten).
Geef een korte samenvatting van het verhaal dat je hebt gehoord om te controleren of je het goed hebt begrepen.
Laat de bezoeker uitpraten.
Een goede luistermethode is LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen.
Slide 5 - Diapositive
Taalgebruik
Informele taal
Taal die je dagelijks gebruikt. Je hoeft je niet aan allerlei regels te houden, het is vaak taal die je gebruikt onder vrienden of bekenden. Houd er rekening mee bij wie je de informele taal kunt gebruiken.
Formele taal
Taal volgens de regels, het is 'zakelijke taal'. Je gebruikt formele taal in een zakelijk gesprek. Je moet je hierbij aan regels of afspraken houden.
Soms moet je je taalgebruik aanpassen (b.v. bij slechthorende of mensen die niet goed Nederlands spreken)
Slide 6 - Diapositive
OMGANGSVORMEN BLZ. 279
Goede omgangsvormen hebben houdt in dat je vriendelijk en beleefd bent en dat je mensen respectvol behandelt.
Slide 7 - Diapositive
Beleefdheidsvormen:
- Hoe gedraag je je?
- Hoe presenteer je jezelf?
Beleefdheidsregels:
- jezelf voorstellen
- passend taalgebruik
- Houding
- geen kauwgum
Slide 8 - Diapositive
Omgangsvormen
Hoe hoor je met mensen om te gaan?
Ontvangst: begroet mensen netjes, maak oogcontact, houd de deur open, vraag waarvoor de bezoeker komt, begeleid de bezoeker naar de juiste plek, pas je taalgebruik aan.
Gesprek: zorg voor oogcontact, luister goed, zit recht op, zorg er voor dat het gesprek niet stilvalt, rond netjes af.
Afscheid: laat de cliënt uit, bedank de cliënt.
Slide 9 - Diapositive
Omgangsvormen
Belangrijk is dat de omgang:
netjes is;
gastvrij is;
met aandacht is.
Het is belangrijk dat je als baliemedewerker beleefd bent.
Beleefdheid = manier van omgaan met mensen waarbij je laat zien dat je een ander respecteert.
Slide 10 - Diapositive
opdracht presentatie maken
- voordelen en nadelen digitale zorg (zie opdracht in magister)
- volgende week presenteren
Slide 11 - Diapositive
Informatie geven
Powerpoint of Prezi
Niet te veel tekst
Steekwoorden
Plaatjes gebruiken
Lettertype
Slide 12 - Diapositive
Presentatie geven
Representatief
Non-verbaal vriendelijk
Verwelkom je publiek
Praat luid en duidelijk
Mogelijkheid tot vragen stellen
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Wat is de betekenis van communicatie?
A
Het verwerken van een boodschap.
B
Het overbrengen van een boodschap.
C
Het ontvangen van een boodschap.
D
Het overbrengen en ontvangen van een boodschap.
Slide 15 - Quiz
Verbaal
Non-verbaal
Slide 16 - Sondage
Wat is een voorbeeld van informele taal?
Wat kan ik voor u doen?
Spreek je later!
Slide 17 - Sondage
Whatsappen is een voorbeeld van...
Non-verbale communicatie
Verbale communicatie
Slide 18 - Sondage
Wat hoort NIET bij actief luisteren?
Onderbreek de cliënt als iets niet duidelijk is.
Kijk de bezoeker aan.
Stel vragen om de bezoeker beter te begrijpen.
Slide 19 - Sondage
Als je een cliënt niet begrijpt wat moet je dan doen?