Deviant op weg naar 1F thema 8 spelling en grammatica deel 2

Nederlands
Thema 8 hoofdstuk 2

Spelling en grammatica deel 2
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Nederlands
Thema 8 hoofdstuk 2

Spelling en grammatica deel 2

Slide 1 - Diapositive

het is mogelijk dat je langer dan 1 les doet over dit onderwerp.
Doel
Aan het einde van deze les:

weet je wat het onderwerp is en kun je die in een zin vinden.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Start
blz 288:

We lezen samen de theorie.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dus in stappen
1. Maak een vraagzin
2. Zet een streep onder de persoonsvorm.
3. Stel de vraag: Wie/ Wat + persoonvorm

4. Het antwoord op deze vraag is het onderwerp van de zin.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dat doen we even voor.....
Jan loopt iedere dag naar school.


1. Loopt Jan iedere dag naar school? --> loopt is PV
2. een streep onder "loopt"
3. Wie loopt? --> Jan loopt.

Jan is het dus het onderwerp in de zin

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nog een voorbeeld
De rode auto staat in de garage.
1. Staat de rode auto in de garage? --> staat is PV.
2. Streep onder staat.
3. Wie/ wat staat? --> de rode auto

De rode auto is het onderwerp van de zin.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt je op?
Loopt Jan iedere dag naar school?

Staat de rode auto in de garage?

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heel vaak......
Heb je een vraagzin gemaakt?
De PV staat dan vooraan.
Het onderwerp staat er vaak meteen achter.

Even kijken of dat klopt......
We gaan samen op zoek naar het onderwerp.
BELANGRIJK: MAAK EEN VRAAGZIN IN JE HOOFD!!!!!!!!!!!!!!

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het onderwerp:
"de auto rijdt heel snel"

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een vraagzin van:
"Gisteren kreeg ik buikpijn"

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een vraagzin van:
"Ilse fietst naar huis."

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenvatten
Persoonsvorm en onderwerp horen bij elkaar.
1. Maak een vraagzin
2. Zet een streep onder de persoonsvorm.
3. Stel de vraag: Wie/ Wat + persoonvorm
4. Het antwoord op deze vraag is het onderwerp van de zin.

Persoonsvorm en onderwerp staan dan vaak naast elkaar.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
blz 289 en 290 opdracht 6:
Schrijf de vraagzin in je schrift.
Zet een streep onder het onderwerp

Blz 290 opdracht 7:
Schrijf de PV en het onderwerp in je schrift. 
timer
20:00

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nakijken
Opdracht 6 en opdracht 7

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Studiemeter
www.studiemeter.nl 
Log in met je naam en wachtwoord

1. klik op Nederlands 
2. klik op via start taal online
3. klik op via-vooraf op weg naar 1F
4. klik op thema 8 spelling en grammatica

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions