Zetmeel

Zetmeel
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Zetmeel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over zetmeel?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je:
  • De oorsprong van zetmeel benoemen
  • Het proces van zetmeelwinning beschrijven
  • De samenstelling van zetmeel uitleggen
  • de werking en het belang van zetmeel in het binden van vocht uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je het verschil tussen amylose en amylopectine en hun specifieke eigenschappen beschrijven.
  • Aan het einde van de les kun je het proces van verstijfselen en retrograderen uitleggen.
  • Aan het einde van de les kun je de verschillende soorten zetmeel en hun toepassingen benoemen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorsprong van zetmeel
Zetmeel is van plantaardige oorsprong en dient als reservevoedsel voor de plant.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zetmeelleveranciers
Tarwe, maïs en aardappelen zijn belangrijke zetmeelleveranciers.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het winnen van zetmeel
Het winnen van zetmeel gebeurt door: 
1. Verkleinen en verpulveren van zetmeelhoudende delen
 2. Weken en spoelen 
3. Bezinken van het spoelwater 
4. Centrifugeren en drogen van het natte zetmeel

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Samenstelling van zetmeel
Zetmeel bestaat uit lange koolhydraatketens die amylose en amylopectine bevatten.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De werking van zetmeel: binden van vocht
  • Zetmeel bindt vocht door de inhoud van amylose en amylopectine.
  • Amylose vormt een sterk netwerk met watermoleculen.
  • Amylopectine heeft bolvormige ketens die water opsluiten.
  • Zetmeel kan verstijfselen bij verhitting en een gel vormen bij afkoeling.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Amylose en amylopectine: 
structuren en eigenschappen
  • Amylose bestaat uit lange rechte ketens van glucosemoleculen.
  • Amylopectine heeft bolvormige ketens van glucosemoleculen.
  • Amylose vormt een sterker netwerk met water dan amylopectine.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verstijfselen en retrograderen: 
processen en gevolgen
  • Verstijfselen: zetmeelkorrels zwellen en nemen water op bij verhitting.
  • Retrograderen: amylosemoleculen keren terug naar hun oorspronkelijke vorm en stoten water af.
  • Verstijfseld zetmeel vormt een gel, terwijl retrograderend zetmeel harder wordt.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten zetmeel: verschillen en toepassingen
  • Worteldelen, aardappelen en knolgewassen: goede bindkracht, gebruikt in sauzen en soepen. (onder de grond)
  • Granen: minder bindkracht, gebruikt in bakkerijproducten en desserts. (boven de grond)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Definitie
  • Zetmeel: Een koolhydraat dat dient als reservevoedsel voor de plant
  • Amylose en Amylopectine: De twee soorten koolhydraten die deel uitmaken van zetmeel
  • Verstijfselen: het proces waarbij zetmeelkorrels opzwellen en water opnemen bij verwarming.
  • Retrograderen: het proces waarbij amylosemoleculen terugkeren naar hun oorspronkelijke vorm en water afstoten.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.