TH1 werkwoordspelling
1 / 20
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Mijn moeder.....(houden) niet van spinazie
A
houdt
B
houd
Slide 2 - Quiz
(houden)....je van feestjes vieren?
A
houdt
B
houd
Slide 3 - Quiz
De man..... (wachten) een uur op de bus.
A
wachte
B
wachtte
Slide 4 - Quiz
Wij .... (missen) hem erg toen hij weg was.
A
misten
B
mistten
Slide 5 - Quiz
Hij ging .... (lopen) naar school.
A
lopend
B
lopent
Slide 6 - Quiz
Het .... (misten) erg buiten vanmorgen.
A
mistte
B
miste
C
misten
D
mistten
Slide 7 - Quiz
Hij ... (vinden) het hier niks aan.
A
vindt
B
vind
Slide 8 - Quiz
Gister is hier een ernstig ongeluk ... (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 9 - Quiz
Zij heeft niet....(betalen) voor de boodschappen.
A
betaald
B
betaalt
Slide 10 - Quiz
Zij gaat altijd .... (fluiten) naar haar werk.
A
fluitend
B
fluitent
Slide 11 - Quiz
Het meisje werd ... (bevrijden) uit de kast.
A
bevrijdt
B
bevrijd
Slide 12 - Quiz
.....(vinden) jij ijs lekkerder dan snoep?
A
vindt
B
vind
Slide 13 - Quiz
Hij .... (leiden) een eenzaam bestaan.
A
leidde
B
leide
Slide 14 - Quiz
De auto .... (starten) vanmorgen weer niet.
A
starte
B
startten
C
startte
D
starten
Slide 15 - Quiz
De trekker heeft de grond ..... (omploegen)
A
omgeploegd
B
omgeploegt
Slide 16 - Quiz
Mijn moeder .... (ondersteunen) mij financieel.
A
ondersteund
B
ondersteunt
Slide 17 - Quiz
Het lampje .... (verlichten) de ruimte
A
verlichte
B
verlichtte
C
verlichten
D
verlichtten
Slide 18 - Quiz
Het .... (worden) tijd dat je volwassen .... (worden)!
A
wordt-word
B
word-wordt
C
wordt-wordt
D
word-word
Slide 19 - Quiz
Klas th1b .... (starten) vorige week met leren.
A
starten
B
startten
C
startte
D
starten
