Renaissance Laagland hf 8

1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen: 
- ik kan uitleggen wat het begrip renaissance inhoudt
- ik kan enkele kenmerken van de renaissance noemen
- ik weet wat er wordt verstaan onder de hervorming
- ik kan kort uitleg geven over de belangrijkste historische gebeurtenissen uit deze periode
- ik kan kort uitleggen hoe de gouden eeuw is ontstaan
- ik weet welke twee kenmerken van renaissancekunst er zijn
- ik weet wie Erasmus is en kan zijn humanistische ideeën uitleggen

Slide 2 - Diapositive

Vat in vier zinnen het verhaal Karel en Elegast samen
timer
1:30

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Renaissance
Wedergeboorte = kunst

Klassieke oudheid opnieuw in de mode 
Architectuur: belang van symmetrie en proportie
Schilderkunst: perspectief en werkelijkheidsgetrouw
Mythologie: verhalen over klassieke goden


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Welke kenmerken van de Renaissance is niet juist?
timer
0:20
A
waarheidsgetrouw
B
klassieke elementen
C
God staat centraal
D
symmetrie

Slide 9 - Quiz

Welke renaissance- kenmerken vind je dit schilderij?
timer
0:20
A
Romeinse cijfers
B
zuilen
C
perspectief
D
kloppende anatomie

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Waarom timmerde Luther deze 95 stellingen op de kerkdeur?

Slide 13 - Question ouverte

Hoe werden de mensen genoemd die kritiek hadden op de katholieke kerk?

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Burgerlijke cultuur en kunst in de Republiek
Burgers en regenten maken de dienst uit - opdrachtgever
Burgerlijke cultuur 
Functies van kunst: 
1. stedelijke identiteit tonen
2. burgerlijke normen en waarden propageren 

Slide 17 - Diapositive

Welke twee doelen had kunst in de Republiek?

Slide 18 - Question ouverte

Schuttersstuk

Genreschilderij

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien

timer
2:00
Welke personen
herken je?

Slide 21 - Carte mentale

Slide 22 - Lien

-Circa 1450
-Boeken konden veel sneller geproduceerd worden
-Ideeën sneller verspreiden (bv. Hervorming)
-Er werd meer gelezen.
-Namen van schrijvers steeds vaker bekend.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Leerdoelen behaald? 
- ik kan uitleggen wat het begrip renaissance inhoudt
- ik kan enkele kenmerken van de renaissance noemen
- ik weet wat er wordt verstaan onder de hervorming
- ik kan kort uitleg geven over de belangrijkste historische gebeurtenissen uit deze periode
- ik kan kort uitleggen hoe de gouden eeuw is ontstaan
- ik weet welke twee kenmerken van renaissancekunst er zijn
- ik weet wie Erasmus is en kan zijn humanistische ideeën uitleggen

Slide 25 - Diapositive

De ridderroman hoort bij de Renaissance
Waar
Niet waar

Slide 26 - Sondage

Uit de renaissance kennen we meer namen van schrijvers dan uit de middeleeuwen.
Waar
Niet waar

Slide 27 - Sondage

Een strijdlied: het Wilhelmus
“welck deuntje geduurende den oorlogh meer voordeel gedaen heeft, als 10 000 soldaten.”
Arnoldus Montanus (1625-1683)

Slide 28 - Diapositive

Uit het dagboek van Willem Verwer 31 mei 1573 
Een soldaet sittende op stats muijren (an scaepecaesckenstooren bij die Ramen) ende sijn schiltwacht aldaer hebbende ende nergens af wetende, mogelick een liedecken zijngende aldus, want sijt dick in den mont hadden:
Wilhelmus van Nassauwen
ben ic van Duijtsen bloet etc
worden miraculoselijcken zijn een been afghescooten ende daeraf ghestorven.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Ontwikkeling toneel: rederijkers
-1400-1600
-literaire verenigingen in de stad
-leden: mensen die voor hun beroep al
veel schrijven (leraren, notarissen enz.)
-openbare voordracht bij optochten e.d.
-opiniërende rol: duidelijke lessen leren

Slide 31 - Diapositive

Ontwikkeling toneel: Nederduytse Academie (1617)
-oprichter Samuel Coster
-Renaissanceliteratuur in de volkstaal


Renaissancetoneel: tonen van gewenst of juist ongewenst gedrag. 

Slide 32 - Diapositive

Ontwikkeling toneel: Amsterdamse Schouwburg (1637)
-soort 'Hollywood' van de Republiek
-Belangrijkste stukken hier opgevoerd



Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Genres renaissancetoneel
1) Tragedie (ernstig toneel), bv. Gysbreght van Aemstel van Joost van den Vondel

2) Renaissancekomedie (komisch toneel), bv. Warenar van P.C. Hooft

3) Klucht (komisch toneel), bv. Klucht van de Koe van G.A. Bredero

Verschil 2 en 3: 2 gaat terug op voorbeelden uit de Oudheid.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive


A

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Diapositive