werkwoorden 23-11

Afgelopen dinsdag _____________ Kim op een dolfijnenkleurplaat. (kleuren)
1 / 30
suivant
Slide 1: Question ouverte
SpellingBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Afgelopen dinsdag _____________ Kim op een dolfijnenkleurplaat. (kleuren)

Slide 1 - Question ouverte

Toen _____________ ik de limonade in de kan. (gieten)

Slide 2 - Question ouverte

Wij _____________ afgelopen week om geld in te zamelen. (helpen)

Slide 3 - Question ouverte

Ik _____________ me goed te gedragen.
(beloven)

Slide 4 - Question ouverte

Gisteren _____________ jij de fouten in je spreekbeurt. (herstellen)

Slide 5 - Question ouverte

Ik _____________ elke dag van de schoolbel. (schrikken)

Slide 6 - Question ouverte

Jij _____________ gisteren de koeien van de boer. (melken)

Slide 7 - Question ouverte

Leon _____________ in een kuil. (vallen)

Slide 8 - Question ouverte

De moeder van Rosa _____________ een wollen trui. (breien)

Slide 9 - Question ouverte

De monteurs _____________ vorige week onze auto. (repareren)

Slide 10 - Question ouverte

De ontwerpers _____________ hun kleding in elkaar. (naaien)

Slide 11 - Question ouverte

De kinderen _____________ vorige jaar veel cadeaus voor hun verjaardagen. (vragen)

Slide 12 - Question ouverte

Ik _____________ de bal.
(vangen)

Slide 13 - Question ouverte

Gijs en Ravi _____________ het aantal knikkers in de pot. (raden)

Slide 14 - Question ouverte

Jij _____________ de woonkamer tot een nieuwe plek. (verbouwen)

Slide 15 - Question ouverte

Gisteren _____________ jij mijn zusje voor de gek. (houden)

Slide 16 - Question ouverte

De meisjes _____________ het schattige katje. (aaien)

Slide 17 - Question ouverte

Bob en Marion _____________ vorige week op de rode bank. (zitten)

Slide 18 - Question ouverte

Lisa en Adam _____________ gisteravond het stof van hun kleren. (vegen)

Slide 19 - Question ouverte

_____________ ik in de juiste kast?
(zoeken)

Slide 20 - Question ouverte

_____________ jij iemand die goed kan timmeren? (kennen)

Slide 21 - Question ouverte

Toen _____________ de kinderen het brood in de sloot. (gooien)

Slide 22 - Question ouverte

Ik _____________ naar antwoorden. (vissen)

Slide 23 - Question ouverte

Ik _____________ gisternacht in het donker het lichtknopje niet vinden.
(kunnen)

Slide 24 - Question ouverte

Toen _____________ Stefan en Daan verschillende bloemen. (fotograferen)

Slide 25 - Question ouverte

Vorig jaar _____________ de buurman zijn huis. (vergroten)

Slide 26 - Question ouverte

Jij _____________ wel heel langzaam. (lopen)

Slide 27 - Question ouverte

_____________ jij het toen in een keer goed? (raden)

Slide 28 - Question ouverte

Mica en Isabella _____________ naar de overkant. (glijden)

Slide 29 - Question ouverte

Marit _____________ om de dag. (flossen)

Slide 30 - Question ouverte