Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
DE INTERPRETATIE
Wat zie je op de foto?
Slide 1 - Diapositive
Wat is nu het verschil tussen observatie & interpretatie?
Slide 2 - Question ouverte
DE INTERPRETATIE
Slide 3 - Diapositive
observatie
interpretatie
Je zegt tegen je directie: “Je houdt geen rekening met wat ik zeg.”
Je zegt tegen een collega: “Jij hebt altijd ergens iets op aan te merken.”
Je zegt tegen een leerling: “Jij hebt altijd ergens iets op aan te merken.”
Je zegt tegen een leerling: “Waarom kijk je me zo minachtend aan?”
Je gromt tegen een administratieve collega: “Je plant me in om drie lesuren studie te voorzien bij die moeilijke klas zonder er met mij over te praten!”
Je zegt tegen een leerling: “Ik merk dat je stiller bent dan anders, is er iets?”
Je zegt tegen een leerling: “Ik hoorde je tegen Skurta een seksistische opmerking maken.”
Je zegt tegen een collega: “Je hebt de brief voor die klasuitstap aan je leerlingen uitgedeeld zonder te vragen of ik ermee akkoord ging. Volgens mij ging je toch eerst met me checken of de brief OK was? …”
Je zegt tegen een collega: “Waarom steun je mijn voorstel niet?”
Je zegt tegen een leerling: “Je stelt me teleur.”
Slide 4 - Question de remorquage
Verschil observatie & interpretatie
OBSERVATIE: letterlijk, objectief weergeven van de feiten.
INTERPRETATIE: weergeven van het denken (ik denk dat…, waarschijnlijk…, het zou kunnen dat…,…)
Slide 5 - Diapositive
Een mens wil niet alleen 'weet hebben' van (via observatie) maar ook weten '………………………………..' iets is.
Slide 6 - Question ouverte
DE INTERPRETATIE
Een begeleid(st)er neemt niet alleen het gedrag van een kind waar, maar wil en moet de reden van dit gedrag achterhalen, het interpreteren. Een observatie die niet uitmondt in bewust pedagogisch handelen is ……………………………………...
Slide 7 - Diapositive
Geef een goede definitie van interpretatie
Slide 8 - Question ouverte
DEFINITIE INTERPRETATIE
HET GEVEN VAN EEN PERSOONLIJKE
VERKLARING AAN DE OBSERVATIE
Slide 9 - Diapositive
Een gevolg van interpretatie is dat de stap tussen observeren en interpretatie ........ is.
Zeer groot
Zeer klein
onbestaande
Slide 10 - Sondage
Interpretatie is ....... gekleurd.
A
Subjectief
B
Objectief
C
Observatief
D
Rood
Slide 11 - Quiz
OPMERKING
interpreteren = geobserveerde gedrag verklaren
Je zoekt naar motieven achter waarneembare feiten en gedrag, je zoekt samenhangen en verleent betekenis aan wat je hebt waargenomen. Interpreteren moet met veel zorg gebeuren
Observatie is immers geen doel, maar een middel.
Slide 12 - Diapositive
Voorwaarden om te interpreteren
Slide 13 - Carte mentale
Voorwaarde 1
DE GEGEVENS MOETEN ZO OBJECTIEF MOGELIJK ZIJN.
Dus we moeten GOEDE (= objectieve – concrete – enkel op feiten gebaseerde) observaties maken.
Slide 14 - Diapositive
INTERPRETEREN OP BASIS VAN VOLDOENDE AANTAL GEGEVENS. Een leerling heeft hoofdpijn. Wat kan ik interpreteren?
Slide 15 - Question ouverte
VOORWAARDE 3
KENNIS VAN DE SITUATIE
Ik kan pas goed interpreteren als ik weet heb van de voorgeschiedenis en persoonlijkheid van de persoon en van de
eigenschappen van de omgeving
Slide 16 - Diapositive
Voorwaarde 4
KRITISCHE INSTELLING OP HET PERSOONLIJK DENKEN.
Onze eigen betrokkenheid maakt het moeilijk om niet te interpreteren vanuit onze eigen situatie of vanuit vooroordelen.
Slide 17 - Diapositive
Geef enkele tips als je interpreteert.
Slide 18 - Carte mentale
BESLUIT
(1) Neem eerst afstand van het gebeuren vooraleer je interpreteert
(2) Probeer alternatieven te vinden
we gaan meervoudig interpreteren.
Slide 19 - Diapositive
Welke interpretatie is correct bij het voorbeeld van Hans?