Blok 4 bijzonder taalgebruik & figuurlijk/letterlijk

- begrijp je de betekenis van verschillende examenwoorden;
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten;
- weet je wat leenwoorden zijn
- herken je bijzonder taalgebruik;
- kun je zinnen met overbodige woorden verbeteren. 
           Heb jij nog vragen??
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

- begrijp je de betekenis van verschillende examenwoorden;
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten;
- weet je wat leenwoorden zijn
- herken je bijzonder taalgebruik;
- kun je zinnen met overbodige woorden verbeteren. 
           Heb jij nog vragen??

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

muis
Noem een eigenschap van een

Slide 3 - Carte mentale

ijsje
Noem een eigenschap van een

Slide 4 - Carte mentale

regen
Noem een eigenschap van een

Slide 5 - Carte mentale

citroen
Noem een eigenschap van een

Slide 6 - Carte mentale

bal
Noem een eigenschap van een

Slide 7 - Carte mentale

Aan het einde van de les

  • herken je bijzonder taalgebruik;
  • ken je het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
  • ken je de betekenis van figuurlijk bedoelde zinnen.
  • begrijp je de betekenis van verschillende uitdrukkingen.

Slide 8 - Diapositive

Je kunt woorden letterlijk en figuurlijk gebruiken.

Geef een voorbeeld van: figuurlijk woordgebruik

Slide 9 - Carte mentale

letterlijk / figuurlijk
Je kunt woorden letterlijk en figuurlijk gebruiken.

Gebruik je woorden letterlijk, dan bedoel je precies wat je zegt.

Gebruik je woorden figuurlijk, dan bedoel je iets anders. 
Je gebruikt een beeld om iets duidelijk te maken

Slide 10 - Diapositive

Als je naam begint met een A t/m M 
dan schrijf je de letterlijke betekenis
 
begint je naam met een N t/m Z dan schrijf je de figuurlijke betekenis.
timer
1:00

Slide 11 - Carte mentale

Als je naam begint met een A t/m M 
dan schrijf je de figuurlijke betekenis
 
begint je naam met een N t/m Z dan schrijf je de letterlijke betekenis.
timer
1:00

Slide 12 - Carte mentale

Wat een hondeweer!
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 13 - Quiz

De tandarts zei dat ik goed had gepoetst.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 14 - Quiz

Uitdrukkingen zijn figuurlijk

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Kies:

- Maak een tekening van een spreekwoord/uitdrukking 
(Let op!! Schrijf er niet bij om welk spreekwoord het gaat)

- Schrijf een verhaaltje van  met daarin minimaal vijf woorden met bijzonder taalgebruik.

- Blok 1,2,3 & 4 Over Taal af!
- Bijspijkeren Blok 1 t/m 4





n.vanheukelum@ssvoz.nl
woorden oefenen:
Quizlet.com -> mevrouwhek

Slide 18 - Diapositive

Blok 4
Resultaat?

Slide 19 - Diapositive

boek lezen 
timer
30:00

Slide 20 - Diapositive