Uitleg leerdoel 2











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

FF checken

Slide 3 - Diapositive

Een tv kost 500 euro.  Vorig jaar koste de tv 545 euro.
Bereken de factor waarmee de prijs is vermenigvuldigd.

Slide 4 - Diapositive

Ik kan werken met percentages en factoren.
Succescriteria
Ik kan rekenen met procenten.
Ik weet wat een procent is.
Ik kan werken met kruislings vermenigvuldigen.
Ik kan werken met een factor.





Slide 5 - Diapositive

Percentage bekend (deel berekenen)
Een percentage kun je ook schrijven als een decimaal getal (factor).

Bijvoorbeeld:         80% = 0,8      
                          2% = 0,02       
                          12,5% = 0,125





factor = percentage : 100
NIEUW = factor x OUD
Deel = factor x geheel

Slide 6 - Diapositive

Geef bij onderstaande veranderingen de factor aan waarmee je de nieuwe prijs kunt berekenen.

36 % toename
5 % afname
21,5 % toename

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeldopgave 

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?



Slide 8 - Diapositive

Voorbeeldopgave 

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?


Stap 1         Factor:    30% = 0,3         Totaal/geheel:  570 leerlingen
Stap 2        deel = 0,3 x geheel 
Stap 3        deel = 0,3 x 570 = 171

Slide 9 - Diapositive

Voorbeeldopgave 

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?


Stap 1         Factor:    30% = 0,3         Totaal/geheel:  570 leerlingen
Stap 2        deel = 0,3 x geheel 
Stap 3        deel = 0,3 x 570 = 171
Stap 4        Dus er zijn 171 leerlingen die een instrument spelen.

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeldopgave

30% van de 570 leerlingen speelt een instrument.

Hoeveel leerlingen zijn dit?


Stap 1         Factor:    30% = 0,3         Totaal/geheel:  570 leerlingen
Stap 2        deel = 0,3 x geheel 
Stap 3        deel = 0,3 x 570 = 171
Stap 4        Dus er zijn 171 leerlingen die een instrument spelen.
Stap 5        10% is ongeveer 60, 30% is ongeveer 60x3=180. 
                Antwoord is logisch en volledig!  

Slide 11 - Diapositive

Willem ziet een mooie fiets die voor 152 euro te koop is. Zijn ouders willen 45% van het bedrag mee betalen. Hoeveel euro moet Willem zelf betalen?


Willem ziet pas later dat er in kleine lettertjes bij staat dat de fiets Exclusief BTW is. 

Dit betekent dus dat Willem nog 21% extra 
moet betalen.

Je berekent dit door 100% + 21% = 121% 
uit te rekenen.

Je kan hiervoor een factor gebruiken.
Bij 121 % hoort de factor 1,21



BTW (belasting toegevoegde waarde).

Prijs zonder BTW   ->       Exclusief BTW
Prijs met BTW      ->       Inclusief BTW

Slide 12 - Diapositive

Willem ziet een mooie fiets die voor 152 euro te koop is. Zijn ouders willen 45% van het bedrag mee betalen. Hoeveel euro moet Willem zelf betalen?


Willem ziet pas later dat er in kleine lettertjes bij staat dat de fiets Exclusief BTW is. 

Dit betekent dus dat Willem nog 21% extra 
moet betalen.

Je berekent dit door 100% + 21% = 121% 
uit te rekenen.

Je kan hiervoor een factor gebruiken.
Bij 121 % hoort de factor 1,21

Dan krijg je 1,21 x 152 = 183,92 euro
Factor x OUD = NIEUW

BTW (belasting toegevoegde waarde).

Prijs zonder BTW   ->       Exclusief BTW
Prijs met BTW      ->       Inclusief BTW

Slide 13 - Diapositive

Percentage bekend (toename/afname)
Toename van 2%

100% + 2% = 102%            factor = 1,02

DUS bij een toename is de factor altijd groter dan 1!
Afname van 2%

100% - 2% = 98%             factor = 0,98

DUS bij een afname is de factor altijd kleiner dan 1!


Slide 14 - Diapositive

Bereken        opgave 16a
80% van 90% van 600 liter

Slide 15 - Diapositive

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 



Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen in via LessonUp
Ondersteunend: 4, 5, O6, 6, 7, 8 
Doorlopend: 4 t/m 8
Uitdagend:  5, 7, 8, U1 en U2
Ondersteunend: 11, O12, 13, 14, 15, O16, 17
Doorlopend: 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17
Uitdagend:  11, 12, 14, 15, 16, U3, U4

Slide 16 - Diapositive

Bedankt voor vandaag!
Ga thuis verder met 
de lessen in LessonUp!

Slide 17 - Diapositive