Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Herhalingsles HC Burgers en steden in de lage landen
Examentraining vwo 6
HC burgers en steden in de lage landen
1 / 22
suivant
Slide 1:
Diapositive
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Cette leçon contient
22 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
90 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Examentraining vwo 6
HC burgers en steden in de lage landen
Slide 1 - Diapositive
Lesplanning
Welkom en intro (10 min.)
Lesdoelen (5 min.)
Even door de mand vallen (10 min.)
Expert worden (10 min.)
Vragen beantwoorden (15 min.)
Quiz afmaken (10 min.)
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de hoofdvragen van alle DC's beantwoorden.
- heb je jouw moeilijkheden besproken.
Slide 3 - Diapositive
Wie hoorden niet bij de "poorters"
A
ambachtslieden
B
kooplieden
C
geestelijken
D
ongeschoolde arbeiders
Slide 4 - Quiz
Atrecht;
Welke landbouw was voornamelijk belangrijk voor de groei van Atrecht in de Late Middeleeuwen?
A
Koeien
B
Graan
C
Hout
D
Schapen
Slide 5 - Quiz
In 1267 werd de Hanze opgericht. Wat is NIET WAAR over de Hanze?
A
De Hanze was een samenwerking tussen steden.
B
De Hanze leverde de kooplieden veel voordelen op, zoals afspraken over goedkopere prijzen.
C
Bij de Hanze waren veel gildes aangesloten die hun producten zo beter konden verkopen.
D
De IJssel was een rivier waaraan veel Hanze steden lagen.
Slide 6 - Quiz
Waarom was Brugge rond 1300 de belangrijkste stad van de Lage Landen?
A
In andere steden waren veel burgeroorlogen, in Brugge was vrede
B
Goede ligging aan Noordzee en verbinding met handelsnetwerken
C
Andere steden hadden minder stadsrechten
D
Doordat er een bisschop zat was het altijd een stad gebleven
Slide 7 - Quiz
Wat is geen oorzaak voor het verval van de jaarmarkten en de opkomst van Brugge?
A
Handelaren brachten waren direct naar Brugge via de zee
B
Toenemend oorlogsgeweld maakte handel over weg te gevaarlijk
C
Door het periodieke karakter van de jaarmarkten konden handelaren niet genoeg verdienen
D
Belasting op de handel maakte de handel op jaarmarkten minder rendabel
Slide 8 - Quiz
De economische bloei van steden in de Lage Landen verliep in de volgende volgorde:
A
Brugge, Atrecht, Antwerpen, Gent
B
Atrecht, Antwerpen, Amsterdam, Brugge
C
Atrecht, Brugge, Antwerpen, Amsterdam
D
Rotterdam, Gouda, Delft, Brussel
Slide 9 - Quiz
Wat was géén oorzaak van het feit dat Antwerpen de positie van Brugge overnam
A
Antwerpen was goed voor zeeschepen bereikbaar via de Schelde
B
Antwerpen lag dichtbij rivieren als de Rijn en de Maas
C
Brugge werd bezet door een Spaans leger
D
Portugal besluit koloniale waren direct in Antwerpen te verkopen
Slide 10 - Quiz
De Guldensporenslag was...
A
een overwinning van de Vlaamse burgers op de patriciërs van de koning
B
een overwinning van de patriciërs op de Vlaamse burgers
C
Een overwinning van het Franse ridderleger op het leger van de Vlaamse graaf
D
een overwinning van de Vlaamse burgers op de legers van de Vlaamse graaf
Slide 11 - Quiz
Nu je even flink door de mand bent gevallen...
Onderzoek met je groepje een van de drie DC's:
Formuleer een antwoord op de hoofdvraag.
Leg uit hoe de KA's voorkomen in deze context.
Maak een begrippenlijst in je eigen woorden.
Presenteer deze aan de rest van de klas
De rest van de klas stelt kritische vragen
Slide 12 - Diapositive
Wat zijn voorbeelden van stadsrechten, en wat moesten steden doen in ruil voor stadsrechten?
Stadsrecht
In ruil voor stadsrecht
Een stadsmuur bouwen
Soldaten leveren in oorlog
Zelf wetten maken
Zelf markten organiseren
Belasting betalen
Slide 13 - Question de remorquage
Zet de volgende gebeurtenissen op de juiste volgorde van tijd in de tijdbalk:
1
2
3
4
5
goede contacten Vlaanderen - Engeland
landbouwoverschot
steden krijgen stadsrechten
Guldensporenslag
patriciërs krijgen macht in het stadsbestuur
Slide 14 - Question de remorquage
Is iedere stelling juist of onjuist?
JUIST
ONJUIST
Steden met stadsrechten mochten zichzelf besturen.
Allen de koning van een land kon stadsrechten aan een stad verlenen.
Een stad met stadsrechten mocht een eigen munt slaan.
In een middeleeuwse stad woonden vooral boeren.
In ruil voor stadsrechten betaalde een stad belasting aan de heer van het gebied.
Slide 15 - Question de remorquage
Zet in de goede tijdsvolgorde van boven naar beneden.
Je bent meester en mag zelfstandig aan het werk
Je wordt poorter (officieel burger) van de stad Dordrecht
Je gaat als leerling bij een meester aan het werk
Je legt een meesterproef af
Je wordt gezel
Slide 16 - Question de remorquage
Wat was de 'bonum commune'?
A
Het gemeenschappelijk leven van begijnen
B
Het algemeen belang van de poorters
C
Het streven naar gezamenlijk bestuur van de Nederlanden
D
Het bouwen van stadsmuren
Slide 17 - Quiz
Wat was het belangrijkste kenmerk van de moderne devotie
A
nadruk op individuele verantwoordelijkheid
B
de kerk en geestelijkheid bepaald goed en kwaad
C
wilden zich afscheiden van katholicisme
D
eerste protestantse geloof van NL
Slide 18 - Quiz
Karel de Stoute wilde: 'Uniformering en centralisering' in Bourgondië. Leg uit waarom vooral de steden zich hier tegen verzetten.
A
Dit zou betekenen dat zij hun privileges zouden verliezen
B
Dit zou betekenen dat zij minder invloed zouden hebben op het bestuur van de stad
C
Dit zou tegen het principe van bonum commune ingaan
D
Dit zou betekenen dat zij geen significante rol meer zouden spelen bij de interregionale handel
Slide 19 - Quiz
In 1464 riep Filips van Bourgondië voor het eerst een Nederlandse Staten- Generaal bijeen. Bij welk kenmerkend aspect past deze ontwikkeling?
A
het begin van staatsvorming en centralisatie
B
het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
C
de opkomst van handel en ambachten die waardoor een agrarisch-stedelijke samenleving herleeft
D
de opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden
Slide 20 - Quiz
Wat was de tiende penning van Alva?
A
Een belasting van 10% op het inkomen vd mensen
B
Een belasting van 10% op elk verkocht product
C
Een nieuwe wet waarmee hij mensen onderdrukte
D
Een onderdeel vd Raad van Beroerten
Slide 21 - Quiz
Wat is moedernegotie?
A
De handel die ervoor zorgt dat er genoeg graan was voor de inwoners van de Republiek.
B
Amsterdam wordt de stapelmarkt en daarmee het centrum van de wereld.
C
Oostzeehandel in graan wordt basis voor handel Republiek. Republiek wordt rijk door Oostzeehandel.
D
De steden in de Republiek beginnen met commerciële nijverheid en boeren met commerciële landbouw.
Slide 22 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Examentraining vwo 6
Octobre 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Examentraining vwo 6
Octobre 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
HC Steden en burgers - LV 1
Septembre 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5,6
Examentraining vwo 6
Mars 2024
- Leçon avec
49 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
1.1 deel 2
Octobre 2023
- Leçon avec
24 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
1.1: Opbloei van hand en nijverheid in Vlaanderen
Septembre 2022
- Leçon avec
26 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Steden en Burgers in de Lage Landen 1050-1700 P1
Juillet 2023
- Leçon avec
40 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
1.1: Opbloei van handel en nijverheid in Vlaanderen
Septembre 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Geschiedenis
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6