BS 2 - Zenuwcellen en zenuwen

prikkel
impuls
kleine hersenen
grote hersenen
ruggenmerg
hersenstam
1 / 13
suivant
Slide 1: Question de remorquage
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

prikkel
impuls
kleine hersenen
grote hersenen
ruggenmerg
hersenstam

Slide 1 - Question de remorquage

Tetanus is een ziekte die wordt veroorzaakt door bacteriën. Ze produceren een giftige stof die pijnlijke spierkrampen veroorzaakt. Het tetanusgif kan vanuit het bloed in zenuwcellen terechtkomen en via het zenuwstelsel worden verspreid.
Robert wordt door een hond in zijn arm gebeten en raakt besmet met tetanusbacteriën. Het tetanusgif komt in zijn centrale zenuwstelsel terecht via een armzenuw.

Welk deel van zijn centrale zenuwstelsel wordt dan als eerste bereikt?
A
grote hersenen
B
hersenstam
C
kleine hersenen
D
ruggenmerg

Slide 2 - Quiz

Basisstof 2: Zenuwcellen en zenuwen

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen BS 2

  • Je kent 3 typen zenuwen.

  • Je weet waar zenuwen liggen.

  • Je weet in welke richting zenuwen impulsen geleiden.

  • Je weet hoe zenuwen opgebouwd zijn.


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

3 typen zenuwencellen

Slide 6 - Diapositive

Gevoelszenuwcellen
Geleiden impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel

Slide 7 - Diapositive

Schakelcellen
Geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel.

  • Ze verbinden met elkaar.
  • Ze verbinden ook de uitlopers van 
      gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen.

Slide 8 - Diapositive

Bewegingszenuwcellen
Geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Zenuw
Er wordt nooit één impuls via één uitloper geleid. 
Meerdere impulsen worden via duizenden uitlopers tegelijk voortgeleid.
De uitlopers liggen bij elkaar in een zenuw.

Slide 11 - Diapositive

3 typen zenuwen
  1. Gevoelszenuwen: alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen. 
    (bijvoorbeeld de oogzenuwen)

  2. Bewegingszenuwen: alleen uitlopers van de bewegingszenuwcellen.

  3. Gemengde zenuwen: uitlopers van beide soorten zenuwcellen.

Slide 12 - Diapositive

Aan de slag!
LEZEN
blz 10 t/m 12
MAKEN
 opdr 6 t/m 15
KLAAR?
Samenvatten of 
test jezelf

Slide 13 - Diapositive