hoofdstuk regeling mavo 3 bs 2 zenuwcellen en zenuwen 2021-2022

1. Terugblik
2. Leerdoelen
3. B2 uitleggen
4. Quiz tussendoor
5. Opdrachten maken
6. Afsluiting
Wat gaan we doen vandaag?
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1. Terugblik
2. Leerdoelen
3. B2 uitleggen
4. Quiz tussendoor
5. Opdrachten maken
6. Afsluiting
Wat gaan we doen vandaag?

Slide 1 - Diapositive

Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Prikkel - Impuls - Verwerking / Bewust worden - Impuls - Reactie

Vanuit de hersenen gaat een signaal via  de bewegingszenuw naar de spieren. De sprinter komt in beweging.

Slide 3 - Diapositive

prikkel
impuls
kleine hersenen
grote hersenen
ruggenmerg
hersenstam

Slide 4 - Question de remorquage

De hersenen
Hersenen bestaan uit:
- Grote hersenen
- Kleine hersenen
- Hersenstam

Slide 5 - Diapositive

Hoe zitten je hersenen in elkaar?

De hersenen bestaan uit drie delen:
  1. Grote hersenen (hersencentra)
  2. Kleine hersenen (coördinatie)
  3. Hersenstam (onbewuste processen)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Basisstof 2: Zenuwcellen en zenuwen

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen BS 2

  • Je kent 3 typen zenuwencellen de functies en kenmerken

  • Je weet in welke richting zenuwencellen impulsen geleiden.

  • Je weet hoe 3 verschillende zenuwen opgebouwd zijn.


Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

3 typen zenuwencellen

Slide 11 - Diapositive

 Bouw van een zenuwcel

Slide 12 - Diapositive

Gevoelszenuwcellen
Geleiden impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
Cellichaam vlakbij het CZS

Slide 13 - Diapositive

Schakelcellen
Geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel.
Cellichaam in het CZS

  • Ze verbinden met elkaar.
  • Ze verbinden ook de uitlopers van 
      gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen.

Slide 14 - Diapositive

Bewegingszenuwcellen
Geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren. 
Cellichaam in het CZS

Slide 15 - Diapositive

3 typen zenuwcellen
sensorische of gevoelszenuwcellen ( geleiden impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel)
motorische of bewegingszenuwcellen ( geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren)
schakelcellen ( geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel en verbinden gevoelszenuwcellen met bewegingszenuwcellen)



Slide 16 - Diapositive

Zenuw
Er wordt nooit één impuls via één uitloper geleid. 
Meerdere impulsen worden via duizenden uitlopers tegelijk voortgeleid.
De uitlopers liggen bij elkaar in een zenuw.

Slide 17 - Diapositive

3 typen zenuwen
  1. Gevoelszenuwen: alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen. 
    (bijvoorbeeld de oogzenuwen)

  2. Bewegingszenuwen: alleen uitlopers van de bewegingszenuwcellen.

  3. Gemengde zenuwen: uitlopers van beide soorten zenuwcellen.

Slide 18 - Diapositive

Ligging van de Zenuwen 

Slide 19 - Diapositive

check leerdoelen...

Slide 20 - Diapositive

In welke richting geleiden gevoelszenuwcellen impulsen?
A
Naar het centrale zenuwstelsel toe
B
van het centrale zenuwstelsel af

Slide 21 - Quiz

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar klieren?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen

Slide 22 - Quiz

Waar ontstaat een impuls na een prikkel?
A
in de zintuigcellen
B
in het zintuig
C
in de hersenen
D
in de prikkel

Slide 23 - Quiz

Waar ligt het cellichaam van de gevoelszenuwcel?
A
in het centrale zenuwstelsel
B
buiten het centrale zenuwstelsel

Slide 24 - Quiz

Welke zenuwen liggen in zijn geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
Bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen
C
Schakelcellen
D
Gemengde zenuwen

Slide 25 - Quiz

Van welke zenuwcellen liggen de cellichamen buiten het centrale zenuwstelsel?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen

Slide 26 - Quiz

Michelle zegt: 'Het zenuwstelsel verwerkt signalen die afkomstig zijn uit zintuigen.'
Manal zegt: 'Het zenuwstelsel regelt de werking van spieren.'
A
Alleen Michelle heeft gelijk
B
Alleen Manal heeft gelijk
C
Geen van beiden hebben gelijk
D
Beiden hebben gelijk

Slide 27 - Quiz

Aan de slag!
Als er tijd over is, klassikaal nakijken. Anders doe je dat thuis.
HUISWERK MAKEN
 Basisstof 3 en 4
KLAAR?
Mag je doorwerken

Slide 28 - Diapositive