‹Revenir à la recherche

Variatie in Teksten: Verwijswoorden en Synoniemen

Variatie in Teksten: Verwijswoorden en Synoniemen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Variatie in Teksten: Verwijswoorden en Synoniemen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je verwijswoorden en synoniemen gebruiken om variatie in teksten te maken.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over verwijswoorden en synoniemen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn verwijswoorden?
Verwijswoorden verwijzen naar een ander woord in de tekst, zoals 'hij', 'zij', 'dat', etc.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom synoniemen/verwijzingen gebruiken?
Synoniemen zijn woorden met een vergelijkbare betekenis die variatie en interesse toevoegen aan de tekst.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldzinnen met verwijzingen
De kat sprong op de tafel. Hij keek nieuwsgierig rond. Het beest wilde het plantje op de grond gooien. Gelukkig wist ik dat te voorkomen door het mormel er vanaf te jagen om het kwetsbare schepsel te redden.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeldzinnen met synoniemen
De oude boom stond in de tuin. De antieke boom stond in de tuin.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: Schrijf een kort verhaal
Schrijf een kort verhaal waarin je zoveel mogelijk verwijswoorden en synoniemen gebruikt.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorlezen en Bespreken
Leerlingen lezen hun verhalen voor en bespreken hoe ze verwijswoorden en synoniemen hebben gebruikt.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reflectie
Wat heb je geleerd over het gebruik van verwijswoorden en synoniemen?

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.

Plus de leçons comme celle-ci

Variatie in Teksten: Verwijswoorden en Synoniemen

- Leçon avec 13 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Wereldoriëntatie 5/6 - Begrijp ik de tekst?

- Leçon avec 10 diapositives par Kidsweek in de Klas
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 5,6
Kidsweek in de KlasKidsweek in de Klas

Verwijswoorden en Synoniemen

- Leçon avec 12 diapositives

2ha Formuleren H1 + herhaling Brug (donderdag 3 nov)

- Leçon avec 19 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

BSR 31/10 2ha Formuleren §1 en 2

- Leçon avec 28 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

HS 5 Formuleren - Lesweek 16

- Leçon avec 37 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Lezen 3 - les 5

- Leçon avec 12 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

HS 5 Formuleren - Lesweek 16

- Leçon avec 20 diapositives
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1