Tl-1 - 2.3 Spieren

§2.3 Spieren
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

§2.3 Spieren

Slide 1 - Diapositive

Toets inhalen
Lokaal: 214 
Maandag 21/10/202 (8E/9E uur)
1d: Tim & Emir
1e: Akram, Cailiegh & Justin

Slide 2 - Diapositive

Planning
Huiswerk & Herhalen 2.2
Theorie 2.3
Quiz
Practicum (?)
Video klokhuis 

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Succes !
vergroeiiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 7 - Question de remorquage

Hoe heet het laagje vloeistof dat tussen de botten in het gewricht zit en ervoor zorgt dat de botten soepel langs elkaar kunnen bewegen?
A
gewrichtssmeer
B
gewrichtskapsel
C
gewrichtsband
D
kraakbeenlaagje

Slide 8 - Quiz

Hoe heet gewricht nummer 4?
A
rolgewricht
B
zadelgewricht
C
scharniergewricht
D
eivormiggewricht

Slide 9 - Quiz

§2.3 Spieren

Slide 10 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je kunt de bouw en de werking van je spieren beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe je spieren samenwerken.
  • Je kunt beschrijven hoe de hartspier werkt.
  • Je kunt beschrijven hoe kring- en lengtespieren samenwerken.
  • Je kunt beschrijven wat willekeurige en onwillekeurige spieren zijn.

Slide 11 - Diapositive

Opdracht: schrijf op

1. Een graafmachine op de bouw kan hele grote kuilen graven.
   Hoe ziet zo'n graaf machine eruit en wat gebruikt het allemaal?


2. Een sterke bouwvakker kan ook een hele diepe kuil graven.
     Wat gebruikt deze bouwvakker allemaal in zijn lichaam?


Ga ze vergelijken en schrijf alle verschillen op!

Slide 12 - Diapositive

Een grote sterke bouwvakker heeft nodig:
1. Gezond botten, zenuwen en hersenen.

2. Grote sterke spieren.

3. Voldoende voeding (brandstof).

Slide 13 - Diapositive

De spieren van de grote sterke bouwvakker

  • Het menselijke lichaam bestaat uit meer dan 600 spieren.

  • Aan de uiteindes van een spier zitten pezen,  wat doen die? 

  • hiermee zitten de spieren vast aan de botten.


Slide 14 - Diapositive

De opbouw van de spier van de bouwvakker

Slide 15 - Diapositive

antagonisten
Antagonisten: spieren die samenwerken aan een tegengestelde beweging

Slide 16 - Diapositive

Wat moet er op het vraagteken staan?

A: Spiervat
B: Spierbundel
C: Peesbundel
D: Spierbonk
?

Slide 17 - Diapositive

Wat moet er op het vraagteken staan?

A: Spiervat
B: Spierbundel
C: Peesbundel
D: Spierbonk

Slide 18 - Diapositive

Opbouw spier
Spierbundel

Slide 19 - Diapositive

Maken
2.3: Opdracht 1 t/m 9(p.90)

Slide 20 - Diapositive

wel spier: hand omhoog | geen spier: hand naar beneden

Slide 21 - Diapositive

wel spier: hand omhoog | geen spier: hand naar beneden

Slide 22 - Diapositive

wel spier: hand omhoog | geen spier: hand naar beneden

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Spieren in slokdarm
  • Je slokdarm maakt een peristaltische beweging.

  • Peristaltische beweging is een knijpende beweging van onze darmen.

  • De voedsel brei wordt naar beneden geduwd. 

  • Hierdoor zouden wij ook ondersteboven kunnen eten en drinken.

Slide 25 - Diapositive

peristaltische bewegingen

Slide 26 - Diapositive

Maken
2.3: Opdracht 10-12 (p.93)

Huiswerk wordt 1-12

Slide 27 - Diapositive

Waar bevindt zich een pees in het lichaam?
A
Een pees bevindt zich tussen spieren en botten
B
Een pees bevindt zich in de bloedsomloop
C
In de darmen om samen te trekken

Slide 28 - Quiz

spier
spierbundel
pees
spiervezel

Slide 29 - Question de remorquage

Hoe noemen we de spieren die tegenovergestelde bewegingen uitvoeren?
A
antagonisten
B
synergisten
C
contracties
D
agonisten

Slide 30 - Quiz

Kringspieren
Wand slokdarm
Lengtespieren

Slide 31 - Question de remorquage

Slide 32 - Diapositive

De spieren in de wand van je slokdarm, maag en darmen persen het voedsel door je verteringsstelsel.
Er zijn twee soorten spieren in deze organen:
A
Haarspieren en lengtespieren.
B
Kringspieren en lengtespieren.
C
Haarspieren en skeletspieren.
D
Skeletspieren en kringspieren.

Slide 33 - Quiz

Practicum: spieren meten
Samen tekst lezen

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Vidéo