3.5

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 70 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Opdrachten bespreken
Paragraaf 3.2 opdracht 2 t/m 17

Slide 2 - Diapositive

Ontstaan broeikaseffect

Slide 3 - Carte mentale

Mogelijke oplossingen?

Slide 4 - Carte mentale

Komt jouw woonplaats onder water te staan?

Slide 6 - Carte mentale

Wat weet je al over het ontstaan van brand?

Slide 7 - Carte mentale

De kleding van een klasgenoot staat in de brand. Je weet niet hoe de brand is ontstaan. Wat doe je?
A
Je zet de leerling snel onder de douche.
B
Je gebruikt de koolstofdioxideblusser en blust de kleding van de klasgenoot
C
Je rolt de klasgenoot in een branddeken

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Diapositive

Als je een brand wil blussen, kan dat alleen door de temperatuur te verlagen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Welke brand mag je absoluut niet blussen met water?
A
houtkachel in de brand
B
benzinebrand
C
kleding in de brand
D
natuurbrand

Slide 19 - Quiz

Deze brand wordt met schuim geblust.
Wat wordt er weg gehaald om de vlam te doven?
A
brandstof
B
zuurstof
C
temperatuur

Slide 20 - Quiz

Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht.
Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Temperatuur

Slide 21 - Quiz

Wat kunnen we doen om een brand te blussen?
A
Zuurstof wegnemen
B
Brandstof wegnemen
C
Ontbrandingstemperatuur wegnemen
D
Alle antwoorden zijn mogelijk

Slide 22 - Quiz

Om een brand te blussen, heb je zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar
C
Nee stikstof
D
Nee lucht

Slide 23 - Quiz

Hoe kun je een olie brand in een vat het beste bestrijden?
A
met water blussen
B
met schuim blussen
C
het vat omgooien

Slide 24 - Quiz

Lees de zin hieronder.
Met welke blusmethode wordt wat weggenomen?

Aansteker uitblazen
A
zuurstoftoevoer afsluiten
B
temperatuur verlagen
C
brandstof weghalen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive