Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
22. descripciones, andere
¿cómo eres?
¿cómo es?
Wat
herken
je?
1 / 28
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
28 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
20 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
¿cómo eres?
¿cómo es?
Wat
herken
je?
Slide 1 - Diapositive
El pelo rizado
Gafas
Los ojos verdes
Gordo
Calvo
pelo negro
Delgado
El pelo liso
Los ojos azules
Bajo - alto
Slide 2 - Question de remorquage
Slide 3 - Diapositive
Karakter beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord....
Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.
Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta.
Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.
Llevar gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft.
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules.
A
Ser (soy, eres, es)
B
Llevar (llevo, llevas, lleva)
C
Estar (estoy, estás, está)
D
Tener (tengo, tienes, tiene)
Slide 4 - Quiz
Vul het juiste antwoord in:
Carmen .............. los ojos azules (carmen heeft blauwe ogen)
A
son
B
tiene
C
está
D
tienes
Slide 5 - Quiz
Tiene los ojos..........
A
marrones
B
marrón
C
castaños
D
castaño
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste vorm van de bijvoeglijke nw:
Los ojos ..... (azul)
A
azulas
B
azules
C
azuls
Slide 7 - Quiz
Haarkleur beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord
Extra uitleg werkwoorden bij personen beschrijven
Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.
Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta.
Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.
Lever gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft.
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules.
A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener
Slide 8 - Quiz
meervoud/ enkelvoud:
Tú tienes los ojos....
A
marrons
B
verdes
C
azuls
D
azulos
Slide 9 - Quiz
mi madre ________ los ojos bonitos y verdes
A
verde
B
es
C
tiene
D
tengo
Slide 10 - Quiz
link tekst
Slide 11 - Diapositive
Karakter beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord....
Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.
Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta.
Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.
Llevar gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft.
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules.
A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener
Slide 12 - Quiz
Vul het juiste antwoord in:
Carmen .............. los ojos azules (carmen heeft blauwe ogen)
A
son
B
tiene
C
está
D
tienes
Slide 13 - Quiz
Tiene los ojos..........
A
marrones
B
marrón
C
castaños
D
castaño
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste vorm van de bijvoeglijke nw:
Los ojos ..... (azul)
A
azulas
B
azules
C
azuls
Slide 15 - Quiz
Haarkleur beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord
Extra uitleg werkwoorden bij personen beschrijven
Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.
Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta.
Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt.
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.
Lever gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft.
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules.
A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener
Slide 16 - Quiz
meervoud/ enkelvoud:
Tú tienes los ojos....
A
marrons
B
verdes
C
azuls
D
azulos
Slide 17 - Quiz
mi madre ________ los ojos bonitos
A
verde
B
es
C
tiene
D
tengo
Slide 18 - Quiz
Partes del cuerpo
Slide 19 - Diapositive
timer
0:30
el pelo rubio
el pelo corto
las gafas
los ojos azules
el pelo castaño
las pecas
los dientes amarillos
Slide 20 - Question de remorquage
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Vidéo
https://es.islcollective.com/preview/201311/f/el-cuerpo-humano-juegos_61404_1.jpg
Slide 28 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
22. descripciones, andere
Janvier 2023
- Leçon avec
37 diapositives
Start Unidad 3
Septembre 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cap 3 - les 2
Avril 2021
- Leçon avec
23 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Start Unidad 3
Mars 2017
- Leçon avec
21 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cap 3 - les 1
Novembre 2021
- Leçon avec
31 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Gebiedende wijs
Février 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 5 (Na Toetsvierdaagse) - Beschrijven uiterlijk en karakter
Mars 2017
- Leçon avec
19 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Cap 3 - les 1 + 2 etccc materiaal
Novembre 2022
- Leçon avec
21 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2