Cap 3 - les 2

¿Qué vamos a hacer?
  • anuncios (leestoets + proyecto cap2) 
  • continuamos con el cap3
    => descripciones de personas



Iedereen:
aanmelden LessonUp
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

¿Qué vamos a hacer?
  • anuncios (leestoets + proyecto cap2) 
  • continuamos con el cap3
    => descripciones de personas



Iedereen:
aanmelden LessonUp

Slide 1 - Diapositive

Les in twee delen 
Dos preguntas cotidianas
¿Cuál es la fecha de hoy?

¿Qué tiempo hace hoy?

=> anota en tu cuaderno

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Prueba de lectura
- 45% = 6 (soepel!!!!)
- cijfers op magister
- inzagemoment: do en vr 14:30-15:00uur


timer
10:00
Online leerlingen:
1. quizlet 3.1 + 3.2
2. hacer el edpuzzle 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Proyecto cap2 => notas en magister 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Qué palabras recuerdan del edpuzzle?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Qué adjetivos se mencionan?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Adjetivos
  1. alto
  2. bajo
  3. intelectual
  4. cómico
  5. serio
  6. fenomenal
  7. guapo
  8. activo
  9. perezoso
  10. atlético
  11. tímido
  12. trabajador

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo eres tú?
Escribe 3 frases en tu cuaderno.
Después, describe a un compañero

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

¿Cómo eres tú?
3 verbos comunes:
- Ser (zijn)
- Tener (hebben)
- Llevar (dragen)
Deze werkwoorden gebruik je in 
standaard combinaties. 


Vertaal eerst de woorden om 
mensen van uiterlijk te omschrijven op de  volgende slide


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tiene el pelo moreno. Lleva los pantalones azules.

A
B
C
D
A
Rosa
B
María
C
Pablo
D
Jorge

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tiene el pelo rizado. Lleva un vestido rojo.

A
B
C
D
A
Rosa
B
María
C
Pablo
D
Jorge

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Es una mujer delgada, tiene el pelo rubio.

A
B
C
D
A
Rosa
B
María
C
Pablo
D
Jorge

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Es....
A
viejo
B
joven
C
moreno
D
gordo

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tiene los ojos..........
A
azules
B
verdes
C
azul
D
verde

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Karakter beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord
Extra uitleg werkwoorden bij personen beschrijven

Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.

Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta. 

Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.

Lever gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft. 
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules. 

A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Haarkleur beschrijven in het Spaans doe je met het werkwoord
Extra uitleg werkwoorden bij personen beschrijven

Ser gebruik je bij het beschrijven van uiterlijk en/of karakter wanneer er een bijvoeglijk naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Ella es guapa.

Estar gebruik je bij gemoedstoestanden
Bijvoorbeeld: Estoy contenta. 

Tener gebruik je als je beschrijft hoe oud iemand is of wanneer er een zelfstandig naamwoord volgt. 
Bijvoorbeeld: Tengo los ojos azules.

Lever gebruik je als je beschrijft of iemand iets draagt/aanheeft. 
Bijvoorbeeld: Lleva los pantalones azules. 

A
Ser
B
Llevar
C
Estar
D
Tener

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
0:30
el pelo rubio
el pelo corto
las gafas
los ojos azules
el pelo castaño

Slide 19 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschrijf jezelf in 4 zinnen
1: Soy.......,
2: Tengo el pelo........,
3: Tengo los ojos........, 4: Llevo........
timer
1:30

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

A. Describe a alguien en esta clase
Individualmente
  1. Schrijf je naam boven aan een nieuw blaadje dat je kan uitscheuren
  2. Beschrijf 2 personen die in de klas zitten, niet je vecin@
  3. Dit schrijf je op in minimaal 5 HELE zinnen. Challenge: gebruik muy/poco/bastante
Juntos
  1. De docent leest 1 van de 2 beschrijvingen voor
  2. De klas raad over wie het gaat
  3. Steek je hand op als je het weet!

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Describe a dos personas en la clase

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

A trabajar
ejercicios: 5, 6, 8, 9, 10b
quizlet 3.1 + 3.2
estudiar fuente D

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions