Grammatica Repetitie Unit 4

present simple: tegenwoordige tijd
Wanneer gebruik je de present simple?

Als iets altijd, regelmatig of nooit gebeurt, 
dus bij feiten of gewoontes.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

present simple: tegenwoordige tijd
Wanneer gebruik je de present simple?

Als iets altijd, regelmatig of nooit gebeurt, 
dus bij feiten of gewoontes.

Slide 1 - Diapositive

hoe maak je de present simple?
Je gebruikt het hele werkwoord!

bijvoorbeeld: run, eat, walk, sing

I sing every Tuesday night.
We never talk about school.
You walk home every day.

Slide 2 - Diapositive

bij he, she & it moet je opletten:
He works in a shop.

She drinks tea.

The dog sleeps on the chair.

Slide 3 - Diapositive

present simple: werkwoorden op -o
Als een werkwoord eindigt op een -o  :

bij he, she & it plak je dan -es achter het werkwoord.

I go to school.  She goes to school.
We do our homework. He does his homework.

Slide 4 - Diapositive

hoe maak je een ontkennende zin met de present simple?

Zet  don’t  voor het hele werkwoord.
Bij he, she & it zet je  doesn't  voor het hele werkwoord.

Bijvoorbeeld:

I don’t eat apples.
He doesn’t drink tea.

Slide 5 - Diapositive

van wie is het?
Voorbeelden:

This is their house.
This is his bike.
This is her dog.

Slide 6 - Diapositive

uit je hoofd leren:


my - mijn
your - jouw
his - zijn
her - haar
its - zijn/haar
our - onze
your - jullie
their - hun

Slide 7 - Diapositive

present continuous: -ing vorm
Wanneer gebruik je de present continuous?

Als je iets vertelt over wat NU aan de gang is.

Slide 8 - Diapositive

hoe maak je de present continuous?
Je kiest uit am/are/is en plakt -ing achter het werkwoord.

I am cooking.
He is painting the house.
They are singing a song.

Slide 9 - Diapositive

present continuous: vraagzinnen
Am I cooking?
Is he painting the house?
Are they singing a song?

Slide 10 - Diapositive

present continuous: ontkennende zinnen
I am not cooking.
He is not painting the house.
They are not singing a song.

Slide 11 - Diapositive

werkwoord be: tegenwoordige tijd
UIT JE HOOFD LEREN!!!

Slide 12 - Diapositive