B4: Reflexen en het autonome zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Regeling

Basisstof 4: 

Reflexen en het Autonome zenuwstelsel

Leerdoelen

• Je kunt de functie van reflexen en een reflexboog beschrijven.
  

• Je kunt de werking van het autonome (of vegetatieve) zenuwstelsel beschrijven.

Les 1

We gaan in op reflexen (leerdoel 1)

Indeling van het zenuwstelsel

Indeling van het zenuwstelsel

Hoe wordt het deel van het zenuwstelsel genoemd dat bewuste en reflexmatige bewegingen van de skeletspieren regelt?

1. Autonoom
2. Animaal
3. Parasympatisch
4. Orthosympatisch

Reflexboog

Zijn de grote hersenen betrokken bij een reflexboog?

1. Nee
2. Ja

Reflexboog

De grote hersenen zijn niet betrokken.

Wel betrokken: 

• Sensorische neuronen.
• Schakelneuronen in r.m. of hersenstam.
• Motorische neuronen.

Practicumopdracht 3

Pagina 88

Na afloop: 

Bestudeer de link op slide 9 en maak de opdracht op slide 10

Aan de slag met de leerdoelen

Opgaven 39 t/m 52

Beschrijf in je eigen woorden wat een reflex precies is.
Gebruik deze termen: sensorische zenuwcel, schakelcel, ruggenmerg, motorische zenuwcel.

Les 2

We gaan in op het autonome zenuwstelsel

Parasympatisch

Orthosympatisch 

Het zenuwstelsel

Autonome zenwustelsel

Dubbele aansturing

In ieder doelwitorgaan  komen 2 zenuwen uit: 

• Parasympatische zenuw
• Orthosympatische zenuw

Bekijk afb. 33
Zijn er dingen in deze afbeelding die niet logisch voor je zijn?

Animale zenuwstelsel

Autonome zenuwstelsel

   Staat niet onder invloed van de wil

   Staat onder invloed van de wil

  Onbewuste functies van organen

Verzorgt bewuste reacties en reflexen

Regelt allerlei vitale lichaamsfuncties o.a. hartslag, spijsvertering, ademhaling, nieren

   Aansturingscentra liggen voornamelijk in grote hersenen

doelwit: dwarsgestreepte skeletspieren

doelwit: gladde spieren, klieren en hartspier

   Centra liggen in de hersenstam

Hierop heeft het hormoonstelsel veel invloed

Zeer belangrijk voor handhaving van de homeostase

Animale zenuwstelsel

•    Staat onder invloed van de wil
  
•    Verzorgt bewuste reacties en reflexen
  
•    Centra liggen voornamelijk in grote hersenen
  
•    Doelwit: dwarsgestreepte skeletspieren

Autonome zenuwstelsel

• Staat niet onder invloed van de wil. 
• Voor onbewuste functies van organen (= autonoom). 
• Regelt allerlei vitale lichaamsfuncties o.a. hartslag, spijsvertering, ademhaling, nieren
• Centra liggen in de hersenstam

   - doelwit: gladde spieren, klieren en hartspier

Aan de slag met de leerdoelen

Opgaven 39 t/m 52