TPV Hoofdstuk 2 Les 2

Materialen/ingrediënten
afgedrukte schakels en logistieke werkzaamheden.
Scharen, pritt stiften.

Werkvormen

Schuiven met schakels.
Lopen met schakels.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
Tussen productie en verkoopMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Materialen/ingrediënten
afgedrukte schakels en logistieke werkzaamheden.
Scharen, pritt stiften.

Werkvormen

Schuiven met schakels.
Lopen met schakels.

Slide 1 - Diapositive

Planning: 120 minuten les

  1. Vorige les? Brainstorm/kennisladder Doen 10 min.
  2. Eetverhalen Vertellen  15 min.
  3. Uitleg over de lesinhoud Luisteren 10 min.
  4. Schuiven met Schakels Doen 30 min.
  5. Snijtechnieken en product presenteren. Doen 45 min.
  6. Evaluatie (Activerende werkvorm) Luisteren & Doen 5 min.
  7. Afsluiting, vooruitkijken Luisteren & Vragen 5 min.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Brainstorm / Kennisladder
Er gaat een vel papier rond met een stift.
Iedere leerling vertelt iets dat diegene nog weet van stof van de vorige les en schrijft dat op het vel.
Alle woorden of zinnen moeten uniek zijn.
én
Iedereen schrijft iets op.

Slide 4 - Diapositive

Eetverhalen
Ik verzamel eetverhalen:
 Bijzondere dingen die je gegeten hebt
Bijzondere plekken waar je gegeten hebt
Bijzondere mensen met wie je gegeten hebt

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Schuiven met Schakels.

Slide 7 - Diapositive

Wat is de juiste volgorde van de productieketen?
A
fokkerij, detailhandel, slachterij, groothandel
B
fokkerij, vermeerderingsbedrijf, slachterij, consument
C
groothandel, slachterij, detailhandel, consument
D
fokkerij, slachterij, groothandel, detailhandel

Slide 8 - Quiz

Hoe ziet de productieketen eruit van appelsap?
A
Appels schillen, appels raspen/persen, etiketten maken , flessen vullen
B
Appels raspen/persen, flessen vullen, wassen
C
Etiketten plakken, wassen, schillen, persen, vullen
D
Appels schillen, etiketten maken, appels raspen, flessen vullen,

Slide 9 - Quiz

Een boer die aardappelen teelt is een consument
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is een boerderijwinkel?
A
Een winkel die eruitziet als een boerderij
B
Een winkel op de boerderij
C
Een gewone winkel (supermarkt) in de buurt van een boerderij
D
Een boerderij

Slide 11 - Quiz

Waar of niet waar?
Natuurproducten zijn vaak beperkt houdbaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Wat is een producent?
A
De persoon die agrarische producten levert
B
De persoon die agrarische producten koopt
C
De persoon die agrarische producten verkoopt

Slide 13 - Quiz

Waar of niet waar?
Twee agrarische producten zien er altijd hetzelfde uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Een bedrijf dat koopt van de vorige schakel noemen we een:
A
Aannemer
B
Afnemer
C
Verkoper
D
Consument

Slide 15 - Quiz

Volgende week

Slide 16 - Diapositive

Afsluiting
Huiswerk?
Verloop van de les
Volgende les

Slide 17 - Diapositive