Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Toets onderdelen p4
Alle behandelde stof didactiek.
Inhoud beginsituatie blad van je LVB
Slide 1 - Diapositive
Doelstelling vandaag
Oefentoets didactiek P4
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Teken het didactische model
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Evaluatie
Les/training
Doelstelling
Lesopbouw
Did. Werkvormen
Bewegingsvormen
Organisatie
Beginsituatie
Slide 6 - Question de remorquage
Noem de 4 sleutelvragen
Slide 7 - Question ouverte
Sleutelvragen
1. Waar moet ik beginnen? ( Beginsituatie)
2. Wat wil ik bereiken ? ( Doelstelling)
3. Wat is dan inhoud van mijn training) ( De Training)
4. Heb ik mijn doel bereikt? ( Evaluatie)
Slide 8 - Diapositive
Welke organisatie gebruik ik in mijn les? Hoort bij de didactische sleutelvraag:
A
Waar moet ik beginnen?
(beginsituatie)
B
Wat wil ik bereiken?
(doelstelling)
C
Hoe ga ik de les geven?
(de les)
D
Heb ik mijn doel bereikt? (evaluatie)
Slide 9 - Quiz
Welke 3 gedragsaspecten beschrijf je in de beginsituatie analyse?
Slide 10 - Question ouverte
3 gedragsaspecten
1. Motorische gedrag
2. Cognitieve gedrag
3. Sociaal Affectieve gedrag
Slide 11 - Diapositive
Motorisch
De deelnemers kunnen salto al goed
De deelnemeers hebben onvoldoende kennis regels turnwedstrijd
De deelnemers hebben weinig concentratie
Cognitief
Sociaal - affectief
Slide 12 - Question de remorquage
Welke 3 beginsituatie factoren moet je nog meer beschrijven naast "Groep" ?
Slide 13 - Question ouverte
De 4 factoren van beginsituatie zijn:
1. De Groep
2. Het individu
3 De lesgever
4. De randvoorwaardes
Slide 14 - Diapositive
Wat hoort waar?
De groep
De lesgever
Het individu
De randvoorwaardes
Ze kunnen nog niet speerwerpen
Ik kan goed plaatje laten zien
Xenn kan al goed werpen
lesgeeftijd :25 min
12 Deelnemers
Op hockeyveld
Slide 15 - Question de remorquage
Geef 4 redenen aan om een doelstelling te bepalen
Slide 16 - Question ouverte
4 redenen doelstelling
1. Optimaal leer resultaat
2. Geeft je richting over de inhoud.
3. Makkelijker evalueren of je doel bereikt hebt.
4. Geeft je structuur en steun voor inhoud
5. Kan je betere feedback geven.
6. Kan jij je les verantwoorden
Slide 17 - Diapositive
Welke 4 onderdelen ( letters) moeten voorkomen in je doelstelling? Noteer de 4 woorden
Slide 18 - Question ouverte
De BWOM moet voorkomen
B= bewegingsvorm
W= Waarneembaar eindgedrag
O =Omstandigheden ( in welke eindsituatie moeten deelnemer het laten zien?
M= Minimale eis ( De technische aanwijzingen)
Slide 19 - Diapositive
Pass "over een muur" oefenen
A
Bewegingsvorm
B
Waarneembaar eindgedrag
C
Omstandigheden
D
Minimale eis
Slide 20 - Quiz
Ik let op maken van 3 passen bij sprongschot handbal
A
Bewegingsvorm
B
Waarneembaar eindgedrag
C
Omstandigheden
D
Minimale eis
Slide 21 - Quiz
Noteer een volledige doelstelling met daarin verwerkt de BWOM van een gegeven les
Slide 22 - Question ouverte
Volledige doelstelling
De deelnemers moeten de backhand frisbee ( B) kunnen demonstreren ( W) in een wedstijd 4 tegen 4 ( o) waarbij ik let op dat ze de juiste grip hebben, vanuit de heup werpen en de frisbee met pols laten draaien ( M)
Slide 23 - Diapositive
Noem 4 doelen ( redenen) om je les te evalueren
Slide 24 - Question ouverte
4 redenen doel evalueren
1. Verbeteren volgende training.
2. Kan je meten of je doelstelling hebt bereikt( aanpassen niveau volgende training)
3 Verantwoording afleggen
4. Selecteren ( Niveau individu bepalen)
Slide 25 - Diapositive
Dit is:
A
Visuele instructie
B
Tactiele instructie
C
Auditieve instructie
D
Manuele Instructie
Slide 26 - Quiz
PDCA cyclus staat voor
A
Plan, Done, Cyclus, All
B
Periode, Deelnemer, Check, Act
C
Plan, Do ,Check, Act
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Diapositive
Uit welke onderdelen bestaat de ideale sportles opbouw?
Slide 29 - Question ouverte
Ideale lesopbouw bestaat uit.
1. Inleiding ( Introductie praatje ,Warming Up)
2. De kern ( de oefenvormen)
3. De afsluiting ( Cooling down , eindspel , of evaluatie)
Slide 30 - Diapositive
Als je een bepaalde stroomvorm of het opruimen wil uitleggen is gebruik 6 w's handig. Noem ze
Slide 31 - Question ouverte
6 W's
1. Wie ( moet iets doen)
2. Wat ( moeten ze doen)
3. Waar ( Waar moeten ze heen)
4. Wanneer ( Op welk moment moeten ze het doen)
5. Waarlangs ( Wat is de richting)
6. Wat daarna ( Wat doen als ze klaar zijn)
Slide 32 - Diapositive
Leg uit hoe je een stroomvorm basketbal lay up kan uitleggen met gebruik 6 w,s
Slide 33 - Question ouverte
Benoem 4 didactische werkvormen die je tijdens een training kan toepassen
Slide 34 - Question ouverte
Didactische wekvormen
1. Coachvorm
2. Vraag vorm
3.Klassicaal
4. Spelvorm
5. Open of gesloten vorm
6.Opdrachtvorm
7. Werken in groepen
Slide 35 - Diapositive
Je moet differentiëren tijdens oefening pass over afstand van 10 meter in 2 tal. Noteer 2 differentiatievormen
Slide 36 - Question ouverte
Geef een voorbeeld van een gekoppelde kern.
Slide 37 - Question ouverte
Gekoppelde kern
1. Kern 1 : verbeteren koppen voetbal
2. Kern 2: Verbeteren voorzet voetbal
3. Kern 3: Partijvorm waarbij je alleen mag scoren met koppen uit voorzet.
Slide 38 - Diapositive
Geef een voorbeeld van 2 afzonderlijke kernen in je training
Slide 39 - Question ouverte
Afzonderlijke kern
In je handbal training is je eerste kern het verbeteren van sprongschot en 2e kern het verbeteren van conditie door lummelen 3 tegen 3.
Slide 40 - Diapositive
Aan het einde van de les kan je een handstand uitvoeren met gestrekte benen naar plafond
A
Kwalitatieve eis
B
Kwantitatieve eis
Slide 41 - Quiz
Slide 42 - Diapositive
Ik heb al heel veel kennis van didactiek
😒🙁😐🙂😃
Slide 43 - Sondage
Wat nu?
1. Afmaken PLC opdracht Trainingskunde
2. Mentoropdracht SWOT Analyse inleveren ( Niels, Lenne, Sven, Cas