2024-10-22 GM3 Grieks

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Leerdoelen

• Ik kan uitleggen hoe de sigmatische aoristus gevormd wordt.
• Ik kan T 16, r. 20-31 vertalen.
• Ik ken een aantal W 17
• Oidipous?
  

Weektaak

• herhalen: W t/m les 16
• leren: W les 17
• leren: gramm 4.4 (HB 151) (Je moet de rijtjes uit je hoofd, snel op kunnen dreunen)
  
• maken (deels in de les) ergon 12, 13, 14

Begintaak: van alles wat

• Benoem: τῇ / τῶν / τούς
• Hoe luidt de o-ja-regel?
• Wat betekent: ἔπειτα / ἐπεί / οὕτως / εἰ / ἤδη / τότε
  
• Maak een Nederlandse zin met een bvb erin.
• Wat betekent: ἀπο (+?) / ἐκ (+?)  / μεθ' (+?)
• In welke naamval? Hij belooft mij te komen.
  

Pak je TB op blz. 65 + je schrift bij de vertaling van T 16.

• We kijken T 16, r. 20-31 na
  

Woorden les 17

νικάω     ἀγνοέω     ἐπιθυμέω (+?)(2)     κρύπτω     θύω

πολεμέω (+?)     συμβουλεύω (+?)(2)  ψεύδω     ἔξεστι(ν) (+?) 

μάλιστα     δεῦρο     διότι       

ἡ ἀρχή     οὐδέν (gen?)    ἡ ἀλήθεια    οὐδείς (gen?)    ἡ τύχη (3)

Pak je HB op blz. 151

• Oefen hardop met ergon 12.
• Je moet van beide werkwoorden (κωλύω en πιστεύω) alle 9 aoristusvormen kunnen opdreunen.
• Herhaal dit regelmatig: op de fiets, op de trap, op de wc, als je de hond uitlaat, als je de vaatwasser uitruimt, als je in de rij bij de kassa staat....)