1.1 Fictie les 3 en 4 mavo 2

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in de kluis. Je tas staat netjes op het rek.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • Tijdens de instructie luister je naar de docent.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
10:00
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in de kluis. Je tas staat netjes op het rek.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • Tijdens de instructie luister je naar de docent.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Wat heb je nodig?
  • Werkboek Talent Deel A
  • Leesboek (iedere les mee!)
  • Schrift met lijntjes 
  • Etui 
  • Laptop 

Slide 2 - Diapositive

Programma deze les
Wat gaan we doen?:
  • Kort herhalen vorige keer
  • Klassikaal verder met opdrachten tekst 'Mist'
  • Lesafsluiting
Lesdoel. Aan het einde van de les weet je:
  • wat een personage is;
  • wat spanning en spanningsvragen zijn;

Slide 3 - Diapositive

Kort herhalen
Pak je schrift.
Noteer onderstaande begrippen. Noteer vervolgens wat het begrip inhoudt.

Personage:
hoofdpersoon
bijpersoon


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Talent Fictie 1.1 opdracht 10
Klassikaal 10-11-12


Slide 6 - Diapositive

Checken lesdoel

Slide 7 - Diapositive

Volgende les 
  • Verder met Fictie (paragraaf 1.1)

Kijk in Magister bij de volgende les voor huiswerk en wat je mee moet nemen!

Stoel aanschuiven, rommel in de prullenbak. 
Op teken van docent mag je het lokaal verlaten

Slide 8 - Diapositive

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon is uit en zit in de kluis. Je tas staat netjes op het rek.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • Tijdens de instructie luister je naar de docent.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
10:00

Slide 9 - Diapositive

Wat heb je nodig?
  • Werkboek Talent Deel A
  • Leesboek (iedere les mee!)
  • Schrift met lijntjes 
  • Etui 
  • Laptop 

Slide 10 - Diapositive

Programma deze les
Wat gaan we doen?:
  • Kort herhalen vorige keer
  • Klassikaal verder met opdrachten tekst 'Mist'
  • Nieuwe theorie: hoe schrijf je een recensie (beoordeling)?
  • Klassikaal en zelfstandig aan de slag met recensie 
  • Lesafsluiting
Lesdoel. Aan het einde van de les weet je:
  • wat spanning en spanningsvragen zijn;
  • hoe je een beoordeling schrijft

Slide 11 - Diapositive

Vervolg theorie Fictie 1.1
Wat waren ook alweer de vier manieren om spanning in het verhaal te krijgen?

Slide 12 - Diapositive

Vervolg theorie Fictie 1.1
Wat zorgt voor spanning in een verhaal?
• Het verhaal roept spanningsvragen bij je op.
• Het verhaal speelt zich af in een spannende of griezelige omgeving.
• Gebeurtenissen worden uitgesteld, waardoor je door wilt lezen.
• Het hoofdstuk eindigt met een cliffhanger, waardoor je snel wilt weten hoe het verder gaat.

Slide 13 - Diapositive

Talent Fictie 1.1 opdracht 10
Klassikaal 12


Slide 14 - Diapositive

theorie fictie 1.1 

Recensie (beoordeling)

Slide 15 - Diapositive

Wat is een recensie?

Slide 16 - Diapositive

Waarom worden er recensies geschreven?

Slide 17 - Diapositive

Waarom een recensie?
Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt (dat kan een boek, een film, game, restaurant et cetera zijn).

De lezer kan door het lezen van deze recensies een betere keuze maken. 

Ervaringsdeskundigen?


Slide 18 - Diapositive

Vervolg theorie Fictie 1.1

Slide 19 - Diapositive

Beoordelingwoorden
Om een oordeel te geven over je boek, moet je daar beoordelingswoorden aan geven. 
Dus wat je van iets vindt!

Slide 20 - Diapositive

Schrijf zoveel mogelijk beoordelingswoorden op!

Slide 21 - Carte mentale

Beoordelingswoorden

Slide 22 - Diapositive

Op zoek naar recensies!

Ga op internet op zoek naar een recensie van een boek, game of film welke je gelezen/speelt of gekeken hebt. Voorbeeld recensie over 'Mist'


Kies één recensies uit en beantwoord onderstaande vragen:

- Welke beoordelingswoorden worden er gebruikt?

- Vind je dit een goede recensie? Geef aan waarom wel/niet.

Schrijf je antwoorden op bovenstaande vragen op in je schrift


Slide 23 - Diapositive

Welke beoordelingswoorden
zijn er gebruikt?

Slide 24 - Carte mentale

Vond je het een goede recensies? Geef aan waarom wel/niet.

Slide 25 - Question ouverte

Quiz

Slide 26 - Diapositive

Checken lesdoel

Slide 27 - Diapositive

Volgende les 
  • Verder met .....

Kijk in Magister bij de volgende les voor huiswerk en wat je mee moet nemen!

Stoel aanschuiven, rommel in de prullenbak. 
Op teken van docent mag je het lokaal verlaten

Slide 28 - Diapositive

Quiz

Slide 29 - Diapositive

Wat geef je in een recensie?
A
In een recensie geef je alleen je mening.
B
In een recensie schrijf je alleen op wat je niet goed vindt.
C
In een recensie zeg je helemaal niks.
D
In een recensie geef je je mening en argumenten.

Slide 30 - Quiz

Een recensie bevat ...
A
informatie over de afloop van een boek
B
de mening van anderen
C
de mening van de schrijver van de recensie

Slide 31 - Quiz

Je kunt geen recensie schrijven over
A
een toneelstuk
B
een cd
C
een film
D
een wedstrijd

Slide 32 - Quiz

Wat is geen vast onderdeel van een recensie?
A
beschrijving
B
analyse
C
vergelijking
D
beoordeling

Slide 33 - Quiz

Schrijfopdracht

Sara wordt door de mannen meegenomen naar een boot, net voor de kust van Welvum. Haar telefoon is ingenomen. Sara mag van de mannen een brief schrijven aan haar broer Wessel waarin ze laat weten wat er is gebeurd, hoe ze zich voelt en hoe ze haar toekomst ziet. De brief wordt in een fles gestopt en in zee gegooid als flessenpost. Verplaats je in Sara en schrijf de brief. Gebruik minimaal 100 woorden.

Slide 34 - Diapositive

Zo doen we het!
  • Deur dicht?: we zijn begonnen. Je gaat stil de klas binnen en neemt plaats.
  • Tijdens de les niet naar de wc, mediatheek etcetera 

  • Tijdens het zelfstandig werk ben je met je opdracht bezig.
  • Maak aantekeningen tijdens de les. Neem je schrift altijd mee.
  • Je maakt je huiswerk. Tip: probeer zoveel mogelijk in de les af te krijgen.

  • Je laat je werkplek netjes achter: stoel aanschuiven, afval in de prullenbak.
  • Je wacht op het signaal van de docent wanneer je mag inpakken. Als de bel gaat mag je (na toestemming) vertrekken.


Slide 35 - Diapositive