De celwand: Een stevige laag om de cel.
Het celmembraan: een dun vlies. Het celmembraan regelt welke stoffen de cel in- en uitgaan.
Het celplasma: een dikke, doorzichtige vloeistof. In het celplasma zit onder andere de celkern.
De celkern: een klein bolletje dat alles regelt wat er in een cel gebeurt.
De vacuole: een blaasje in het midden van de cel dat ‘volgepompt’ is met water. Daardoor is de cel stevig.
De bladgroenkorrels: zijn groene bolletjes in het celplasma.
In de bladgroenkorrels maakt de plant zijn eigen voedsel. De bladgroenkorrels geven de plant zijn groene kleur.