Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Verwijswoorden
Verwijswoorden
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Verwijswoorden
Slide 1 - Diapositive
Doel van de les
Aan het eind van de les kun je verwijswoorden herkennen en weet je waar die naar verwijzen. -------->
Slide 2 - Diapositive
Verwijswoorden
-Een verwijswoord verwijst naar een ander woord of groepje woorden in de tekst. Of zelfs naar een hele zin.
-Je kunt een ander woord of een groepje woorden op die plaats invullen.
Voorbeelden van verwijswoorden zijn:
hij, ze, mijn, zij, het, hun, dat, deze, die, we, dit, er, daar of hieruit.
Slide 3 - Diapositive
Verwijswoorden staan:
- één regel eerder in de tekst.
- soms staat het wat verder terug.
- of juist een stukje verder.
Slide 4 - Diapositive
Voorbeelden
Veel mensen hebben honden. Die poepen in het gras.
Je moet een mondkapje op. Dat doet nog niet iedereen.
In 2A zit een een jongen uit Frankrijk. Hij praat geen Nederlands.
Rahma zit in 1F1. Zij komt uit Egypte.
Ouissal komt uit Marokko. Het is daar heel warm.
Slide 5 - Diapositive
In Nederland eten wij veel drop. Dat vindt niet iedereen lekker.
Wat is het verwijswoord?
A
dat
B
eten
C
wij
D
drop
Slide 6 - Quiz
Overal krijgen mensen corona. Dit is geen leuke ziekte.
Wat is het verwijswoord?
A
corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 7 - Quiz
Overal krijgen mensen Corona. Dit is geen leuke ziekte.
Waar verwijst dit naar?
A
Corona
B
krijgen
C
mensen
D
Dit
Slide 8 - Quiz
Mijn vader en moeder zijn heel lief. Elke week komen ze met mij wandelen. Wat is het verwijswoord?
A
Elke week
B
Mijn vader en moeder
C
ze
D
Elke
Slide 9 - Quiz
Mijn vader en moeder zijn heel lief. Elke week komen ze met mij wandelen. Waar verwijst ze naar?
A
Elke week
B
Mijn vader en moeder
C
ze
D
Elke
Slide 10 - Quiz
Wij eten iedere dag drop. Dat vinden wij lekker.
Waar verwijst dat naar?
A
dat
B
eten
C
wij
D
drop
Slide 11 - Quiz
Argenys komt uit de Domenicaanse republiek. Daar is het erg warm.
Wat is het verwijswoord?
A
Argenys
B
De Domenicaanse republiek
C
daar
D
het
Slide 12 - Quiz
Argenys komt uit de Domenicaanse republiek. Daar is het erg warm.
Waar verwijst daar naar?
A
Argenys
B
De Domenicaanse republiek
C
daar
D
het
Slide 13 - Quiz
Ik weet nu wat verwijswoorden zijn en kan ze herkennen in een zin.
A
Ja!
B
Nee
C
Een beetje
D
Ja, maar ik wil nog een oefenen.
Slide 14 - Quiz
Wat is een verwijswoord?
Slide 15 - Question ouverte
Opdracht
Lees de tekst en maak de opdrachten.
Slide 16 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Nieuwsbegrip Verwijswoorden
Mai 2021
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Verwijswoorden
Novembre 2022
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Verwijswoorden
Décembre 2020
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Verwijswoorden
Mai 2019
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
maandag 17 april
Avril 2023
- Leçon avec
40 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1
Nieuwsbegrip Verwijswoorden AA
Octobre 2021
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Informatie uit tekst halen + verwijswoorden (T12 L4, T13 L5)
Septembre 2024
- Leçon avec
43 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Verwijswoorden
Octobre 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 8