Lezen en Literaire begrippen - les 5

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?

  • Socrative werkwoordspelling
  • Nakijken opdracht 6 t/m 9
  • Stappenplan Lezen
  • Lezen tekst 1 a.d.h.v. het stappenplan

Slide 2 - Diapositive

www.socrative.com
werkwoordspelling

code: A9AF5F4

Slide 3 - Diapositive

Nakijken
6 t/m 9

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Stappenplan Lezen
Tot nu toe heb je teksten leren begrijpen aan de hand van vragen. Op school, tijdens je vervolgopleiding, op je werk of als je een moeilijk artikel leest in een krant of een tijdschrift, wordt echter van je verwacht dat je teksten leest en begrijpt zonder dat je daarbij door vragen geleid wordt. Het volgende stappenplan is daarbij een hulpmiddel.

Slide 9 - Diapositive

Stap 1 - Oriënterend lezen
  • Bepaal het onderwerp van de tekst: lees de titel, bekijk de eventuele afbeelding(en) en lees de eerste alinea(’s).
  • Vraag je af:
- Wat weet ik al van dit onderwerp?
- Wat zal de tekst over dit onderwerp zeggen?

Slide 10 - Diapositive

Stap 2 - Globaal lezen
Om alvast een idee van de inhoud te krijgen, lees je de tekst vluchtig door. Doe daarbij het volgende:
  • Stel vast uit welke alinea(’s) de inleiding en het slot bestaan. Zet strepen tussen inleiding, middenstuk en slot.
  • Probeer in het middenstuk deelonderwerpen te onderscheiden: lees van elke alinea het begin en het eind en ga op zoek naar kernzinnen. Maak daarbij gebruik van structurerende zinnen, als die er zijn. Zet strepen tussen de deelonderwerpen.

Slide 11 - Diapositive

Stap 3 - Precies lezen
Lees de tekst aandachtig van het begin tot het eind. Doe daarbij het volgende:
  • Ga na of je eerdere verwachtingen over de tekst bevestigd worden.
  • Noteer de betekenis van woorden die je niet kent: achterhaal die via een woordraadstrategie of raadpleeg een woordenboek.
  • Markeer van elke alinea de kernzin of de zinnen die samen de belangrijkste informatie geven.

Slide 12 - Diapositive

Stap 3 - Precies lezen
  • Markeer de signaalwoorden die een verband tussen alinea’s aangeven.
  • Benoem de deelonderwerpen: noteer (in de linkermarge) informerende kopjes of vragen die in het betreffende tekstgedeelte beantwoord worden.
  • Markeer functiewoorden (als die er zijn): woorden die de functie van (een deel van) een alinea aanduiden. 

Slide 13 - Diapositive

Stap 4 - Analyse afronden
  • Noteer de vaste tekststructuur van de tekst (als die er is). 
  • Markeer de hoofdgedachte van de tekst of noteer die in eigen woorden.
  • Noteer het (belangrijkste) tekstdoel.
  • Noteer de tekstsoort.

Slide 14 - Diapositive

Samen lezen tekst 1
Blz 26

Slide 15 - Diapositive

Nu
Cursus 1
Paragraaf 4:
maken opdracht 2

Slide 16 - Diapositive