Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Extra rekenen winst/verlies
Slide 1 - Diapositive
ahdo BV heeft een goede maand Juni gehad. De volgende gegevens zijn bekend; omzet = € 45.000, De inkoopwaarde van de omzet bedroeg € 25.000 en de bedrijfskosten waren € 15.000. Wat is de Netto winst?
A
€ 5.000
B
€ 20.000
C
€ 10.000
D
€ 15.000
Slide 2 - Quiz
De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50. Wat is de bruto winst van de maand mei. De bedrijfskosten bedroegen € 2.500. Wat is de netto winst
A
€ 7.500
B
€ 10.000
C
€ 2.500
D
€ 1.500
Slide 3 - Quiz
De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50. Daarnaast betaald List en bedrog € 10.000 aan kosten. Wat is de netto winst van de maand Mei
A
-€ 2500
B
€ 2.500
C
€ o
D
€ 5000
Slide 4 - Quiz
Saim B.V. Heeft een omzet van 1.200.000. De inkoopwaarde bedroeg. 600.000. De bedrijfskosten bedroegen 450.000. Wat is de Netto winst?
A
€ 1.200.000
B
€ 1.000.000
C
€ 600.000
D
€ 150.000
Slide 5 - Quiz
Noem drie voorbeelden van bedrijfskosten.
Slide 6 - Question ouverte
De brutowinst is € 2400,-. De bedrijfskosten zijn € 1800,-. Bereken de Nettowinst.
Slide 7 - Question ouverte
De brutowinst is € 2400,-. De bedrijfskosten zijn € 1800,-. Bereken het Nettoresultaat.
Slide 8 - Question ouverte
Wat is geen manier om de arbeidsproductiviteit te verhogen?
A
meer personeel
B
geldbonus
C
gratis product
D
cursus volgen
Slide 9 - Quiz
Gebruik de tabel bij deze vraag. Bereken de arbeidsproductiviteit per arbeidsuur in januari. Geef de berekening en rond af op 2 decimalen.
Slide 10 - Question ouverte
Een scharenfabriek produceert 3.000 scharen per maand. Er zijn 25 werknemers in dienst. Bereken de arbeidsproductiviteit per jaar. (Vergeet de berekening niet op te schrijven)
Slide 11 - Question ouverte
Winkel A: Vier medewerkers. Elke medewerker werkt 6 uur per dag. Klanten geholpen: 600
Winkel B: Vijf medewerker. Elk 7 uur per dag. Klanten geholpen: 720