Via vervolg thema 6 hoofdstuk 2

Goedemorgen! 
Welkom bij de les van maandag 11-1-21
Dagstarter
Nederlands 
Thema 6 Toekomst
Hoofdstuk 2 
Verkleinwoorden 
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen! 
Welkom bij de les van maandag 11-1-21
Dagstarter
Nederlands 
Thema 6 Toekomst
Hoofdstuk 2 
Verkleinwoorden 

Slide 1 - Diapositive




Zoek de aardappel

Slide 2 - Diapositive

Doel: Na deze les weet je hoe je een zelfstandig naamwoord moet verkleinen

Slide 3 - Diapositive

zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Uitdaging 
uitdaginkje

Slide 6 - Diapositive

Twijfel

Slide 7 - Diapositive

Verkleinwoorden
Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

regels voor verkleinwoorden
Regels voor verkleinwoorden
Meestal zet je -je, -tje of etje achter het woord
Huisje       eitje       dingetje

De klank van het verkleinwoord moet hetzelfde blijven. Daarvoor voeg je soms een klinker of een medeklinker toe.
agenda - agendaatje
pop - poppetje

Slide 10 - Diapositive

Regels voor verkleinwoorden
eindigt het zelfstandig naamwoord op M dan voeg je 
-pje toe
boompje    filmpje

veel zelfstandige naamwoorden die op -ng eindigen kun je verkleinen door -ng te veranderen in -nkje

woning      woninkje

Slide 11 - Diapositive

Regels voor verkleinwoorden
Eindigt een woord op een y dan maak je een verkleinwoord door er 'tje achter te plakken.
baby - baby'tje

Bij afkortingen krijgt het verkleinwoord -je of -tje aan het eind.
SMS'je        BH'tje

Slide 12 - Diapositive

Even oefenen
De pony
Het drama
De landing
De riem
De beloning
De pc

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Voltooid deelwoord
rennen - ik heb..........
kopen - ik heb...........
voetballen - ik heb ..............

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Het meisje is mooi gekleed
Het mooi.................meisje gaat uit

De kaars werd aangestoken
De ............kaars


Slide 17 - Diapositive

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Soms verandert de klank wanneer je een -e toevoegt. De klank moet hetzelfde blijven dus dan voeg je een klinker toe

De dag is gered
De geredde dag

Slide 18 - Diapositive

QUIZ

Slide 19 - Diapositive

Hoe noem je een grote groep bedrijven en organisaties binnen dezelfde beroepsgroep?
A
Een uitdaging
B
Een sector
C
Oriënteren
D
Het traject

Slide 20 - Quiz

Hoe noem je bepalen en afspreken wat je wilt bereiken?
A
De CAO
B
Het verlangen om hogerop te komen in je werk
C
Doelen stellen
D
Ontwikkelen

Slide 21 - Quiz



Wat is ontplooien?

A
Je talent verbeteren
B
Van tevoren zeggen wat er gaat gebeuren
C
Denken dat iets zal gebeuren
D
Zonder hulp van anderen

Slide 22 - Quiz

Welk bergip past bij de omschrijving:
"Het verlangen om hogerop te komen in je werk"
A
Promotie
B
loopbaan
C
ambitie
D
ontplooien

Slide 23 - Quiz

Hoe noem je de afspraken tussen werkgevers en werknemers over werktijden en loon
A
sector
B
cao
C
promotie
D
traject

Slide 24 - Quiz

Wat is het juiste verkleinwoord van baby
A
babietje
B
babytje
C
baby'tje
D
babie'tje

Slide 25 - Quiz

wat is het juiste verkleinwoord ketting
A
kettingtje
B
kettinkje
C
kettenigkje
D
kettingetje

Slide 26 - Quiz

Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord
A
huis
B
tegen
C
rode
D
schoen

Slide 27 - Quiz

welk woord is een zelfstandig naamwoord
A
zilveren
B
ketting
C
grote
D
tussen

Slide 28 - Quiz

Welk woord is een voorzetsel
A
rode
B
huis
C
ketting
D
onder

Slide 29 - Quiz

Hoeveel lidwoorden hebben we in Nederland?
A
1
B
3
C
5
D
7

Slide 30 - Quiz

Welk voltooid deelwoord is goed geschreven?
A
gedansd
B
gedansde
C
gedanst
D
gedanste

Slide 31 - Quiz

Welk bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is goed geschreven?
A
gered
B
gerede
C
geredde
D
geredt

Slide 32 - Quiz

Aan het werk!
- Maak opdracht 1 t/m 11 in je boek.
- Daarna ga je verder op studiemeter:
via starttaal online - via vervolg - thema 6 - spelling en grammatica - verkleinwoorden

Ik zie jullie weer om 11.00uur

Slide 33 - Diapositive