Nask 4B H11 schakelingen

H11: Schakelingen
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

H11: Schakelingen

Slide 1 - Diapositive

11.1 & 11.2

Slide 2 - Diapositive

Weerstand
Weerstand bij water werkt hetzelfde als bij elektriciteit

Stroomt het makkelijk dan is er een lage weerstand.
Gaat het er moeilijk doorheen dan is er een hoge weerstand
Grootheid
Eenheid
Sym.
Spanning
Volt
V
Stroomsterkte
Ampere
A
Weerstand
Ohm
Ω

Slide 3 - Diapositive

Weerstand
  • Weerstand = tegenwerking

  • Hoe groter de waarde van de weerstand
  •  => hoe moeilijker de stroom er door gaat 
  • =>  hoe lager de stroomsterkte

  • Een weerstand zorgt ervoor dat de stroom moeilijker van + naar - kan


Slide 4 - Diapositive

Weerstand meten
Weerstand meten doe je met een multimeter

Een multimeter heeft allerlei standen

1kΩ= 1 kilo Ω = 1000 Ω


Slide 5 - Diapositive

Weerstand berekenen

Formule:     Weerstand = spanning : stroomsterkte

Weerstand geef je aan in  Ohm (Ω)
De spanning geef je aan in Volt (V)
De stroomsterkte geef je aan in Ampère (A)

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeld rekensom
1)Gegevens:
Spanning = 10 V
Stroomsterkte = 0,024 A
2)Gevraagd: Weerstand
3) Formule:Weerstand= spanning : stroomsterkte
4)Uitwerking: 
Weerstand= 10: 0,024
5)Weerstand = 416, 67 Ω


Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld berekening 2: 
mA = milliampère = 0,001 A
mA --> A = :1000
A --> mA = x1000 

Slide 8 - Diapositive

Uitwerking voorbeeld berekening 2: 
1) Gegevens: Spanning = 2,5 V; Stroomsterkte = 30 mA = 0,03 A
2) Gevraagd: Weerstand
3) Formule: Weerstand= spanning : stroomsterkte
4) Uitwerking:Weerstand= 2,5 : 0,03
5) Uitkomst met eenheid: Weerstand = 16, 67 Ω

Slide 9 - Diapositive

Weerstand
Weerstand is niet altijd gelijk, dus een 2x hogere spanning geeft geen 2 keer zo hoge stroomsterkte

Alleen bij constantaan blijft dit constant en is de lijn dus een rechte lijn. 

Slide 10 - Diapositive

11.3

Slide 11 - Diapositive

NTC
Temperatuurafhankelijke weerstand

Temperatuur omhoog = weerstand omlaag

Wordt gebruikt als temperatuursensor

Slide 12 - Diapositive

LDR
Lichtgevoelige weerstand

In het donker is de weerstand hoog --> weinig stroom

Wordt gebruikt als een lichtsensor





Slide 13 - Diapositive

Variabele weerstand
Weerstand die je in kan stellen.

Hiermee bepaal je de stroomsterkte 

Zit bijvoorbeeld in een dimmer of mengpaneel (schuifjes)

Slide 14 - Diapositive

11.4

Slide 15 - Diapositive

Automatische schakelingen
Een schakeling die automatisch een taak uitvoert. 
Bevat altijd een sensor, een schakelaar en een actuator 

Sensor= LDR
Schakelaar= Ontvangt signaal van sensor en zet lamp aan of uit
Actuator= voert de taak uit, in dit geval de lamp

Slide 16 - Diapositive

Relais (maakcontact)

Slide 17 - Diapositive

Uitleg Relais - starten auto

Slide 18 - Diapositive

uitleg Relais - inbraakalarm

Slide 19 - Diapositive

Reed contact
Schakelaar die reageert op een magneet.

Wanneer de magneet in de buurt is geeft het reed contact de stroom door. 

Slide 20 - Diapositive

11.5

Slide 21 - Diapositive

Halfgeleiders 
Laten de stroom maar in een richting door.
Bijvoorbeeld alleen van plus naar min

Diode
LED

Slide 22 - Diapositive

Transistor
Transistor heeft 3 aansluitingen: 

- de collector (C)
- de basis (B)
- de emitter (E)

De stroom loopt alleen van de collector naar de emitter als er stroom op de basis staat 

Slide 23 - Diapositive

Transistor

Slide 24 - Diapositive

Schakelen met een transistor

Slide 25 - Diapositive