Oplossingen van indicatoren kunnen ook gebruikt worden.
Bekende zuur-base indicatoren staan met omslagtrajecten in Binas 52A
Voor nauwkeurige bepaling vaak meerdere indicatoren nodig
Slide 29 - Diapositive
Welke kleur krijgt de indicator thymolblauw bij pH = 10,0
A
rood
B
geel
C
groen
D
blauw
Slide 30 - Quiz
Voor de bepaling van de pH van een oplossing, schenk je een beetje van de oplossing in twee reageerbuizen. Aan buis 1 voeg je 2 druppels methylrood toe, de oplossing kleurt geel. Aan buis 2 voeg je 2 druppels fenolrood toe, de oplossing kleurt opnieuw geel. Wat kun je zeggen over de pH van de oplossing? Gebruik Binas 52A.
A
pH tussen 4,8 en 6,0
B
pH = 6,0
C
pH = 6,6
D
pH tussen 6,0 en 6,6
Slide 31 - Quiz
Uitleg
Methylrood kleurt geel bij een pH hoger dan 6,0.
Fenolrood kleurt geel bij een pH lager dan 6,6.
Dus 6,0 < pH < 6,6
Slide 32 - Diapositive
Met welke indicator(en) kun je zo nauwkeurig mogelijk een oplossing met pH 4,6 bepalen? Gebruik Binas 52A.
A
Broomkresolgroen
B
Broomkresolgroen en methyloranje
C
Broomkresolgroen en methylrood
D
Methyloranje en methylrood
Slide 33 - Quiz
Uitleg
Omslag methyloranje: 3,2 - 4,4
Omslag broomresolgroen: 3,8 - 5,4
Omslag methylrood: 4,8 - 6,0
Bij pH 4,6:
broomkresolgroen (kleurt groen)-> pH tussen 3,8 en 5,4
broomkresolgroen (kleurt groen) + methyloranje (kleurt oranjegeel) -> pH tussen 4,4 en 5,4
broomkresolgroen (kleurt groen) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 3,8 en 6,0
methyloranje (kleurt oranjegeel) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 4,4 en 4,8