H1L9 - 3HC - 1.4 Schrijven en formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

: )

Planning van dit uur

• Tien minuten stillezen
  
• SCHRIJVEN - JOOEEEHOEEE JIPPIEAJEE

Aan het einde van deze les

• weet je wat een informatieve tekst is;
• weet je wat een tekststructuur is;
• weet je wat er in de inleiding van een informatieve tekst staat. 

Welkom 3HC

Stillezen

Wat	Lees in stilte uit je leesboek
Hoe	Individueel
Hulp	Geen
Tijd	Tien minuten
Uitkomst	Over dit verhaal maak jij jouw boekverslag
Klaar	Hierna gaan we verder met de les

Schrijf een inleiding van ongeveer drie zinnen voor
een informatieve tekst over slaaptekort bij jongeren.

De tekst is bedoeld voor jouw leeftijdgenoten.

Informatieve tekst

Doel: feitelijke, objectieve informatie geven.

Belangrijk: duidelijkheid. 

Dus? Vaste tekststructuur.

Tekststructuren

Verklaringsstructuur	- Beschrijving van een verschijnsel - Verklaringen (reden of oorzaak) van het verschijnsel - Belangrijkste of meest waarschijnlijke verklaring
Voor- en nadelenstructuur	- Beschrijving van wat wordt beoordeeld - De voordelen en nadelen ervan - De conclusie
Probleem-oplossingsstructuur	- Beschrijving van een probleem - De oorzaken en gevolgen van het probleem - De mogelijke oplossingen van dat probleem

De volgende vier zinnen gaan over
slaapproblemen bij jongeren.

Welke zin past het minst bij een
informatieve tekst over dit onderwerp?

1. Hoe ontstaan slaapproblemen bij jongeren?
2. Hoe voorkom je dat jongeren door een slaaptekort minder goed presteren?
3. Jongeren moeten 's avonds gewoon een leuke roman lezen
4. Wat is het voordeel van een ingebouwde blauwlichtfliter?

Jongeren moeten 's avonds gewoon een leuke roman lezen

Herschrijf deze zin zodat deze beter past in een informatieve tekst.
Gebruik daarvoor één van de onderstaande structuren.

Verklaringsstructuur / Voor- en nadelenstructuur / Probleem-oplossingsstructuur

Inleiding van een informatieve tekst

• Noem het onderwerp
• Maak aan de lezer duidelijk welke vaste structuur je tekst heeft (niet letterlijk noemen, maar beschrijven wat je gaat zeggen) 

                   Individueel werken 

Wat	Lees de leerteksten 'Een informatieve tekst schrijven' (bladzijde 38) en 'Inleiding van een informatieve tekst' (bladzijde 40) Maak opdracht 3 t/m 6 van 1.4 Schrijven en formuleren (in je boek)
Hoe	Eerst vijf minuten individueel, daarna rustig overleggen
Hulp	Vijf minuten zonder hulp, daarna kun je je vinger opsteken en vragen stellen
Tijd	Tot het einde van de les
Uitkomst	Deze opdrachten zijn huiswerk
Klaar	Lees de leertekst 'Schrijfplan maken' op bladzijde 41

Samenvatting van de les

Jij

• weet nu wat een informatieve tekst is;
  
• weet nu wat een tekststructuur is;
  
• weet nu wat er in de inleiding van een informatieve tekst staat. 

Huiswerk 

• Lees de leerteksten 'Een informatieve tekst schrijven' (bladzijde 38) en 'Inleiding van een informatieve tekst' (bladzijde 40)
• Maak opdracht 3 t/m 6 van 1.4 Schrijven en formuleren (in je boek)