Vergaderen, wat is waar?

Quiz
Vergaderen, wat is waar?
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
DirectiesecretaresseMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Quiz
Vergaderen, wat is waar?

Slide 1 - Diapositive

Consensus
A
Overeenstemming
B
Tegenstelling
C
Opstelling

Slide 2 - Quiz

W.V.T.T.K.
A
Voorzitter
B
Vergadering
C
Wat verder ter tafel komt

Slide 3 - Quiz

Convocatie
A
Assertief gesprek
B
Overleg tussen 2 concurrenten
C
Uitnodiging voor een vergadering

Slide 4 - Quiz

Carréopstelling
A
5 of 6 stoelen per tafel
B
Alle tafels in een vierkant
C
Alle stoelen in een rechte rij

Slide 5 - Quiz

Heisessie
A
Een bijeenkomst voor leidinggevenden
B
Bijeenkomst voor alle medewerkers
C
Teamoverleg

Slide 6 - Quiz

Raamagenda
A
De standaardagenda
B
Tijd veranderen
C
Mening vormende vergadering

Slide 7 - Quiz

Ad Hoc
A
Een opdracht
B
Een plan
C
In deze situatie geldend

Slide 8 - Quiz

Vetorecht
A
Recht van een rechtspersoon
B
Je mag geen rechten verbieden
C
Recht om een stem te verwerpen

Slide 9 - Quiz

Keynotespreker
A
Keukengereedschap
B
Spreker die het centrale thema van de meeting aangeeft
C
Instrument

Slide 10 - Quiz

Vergaderarrangement
A
Organisatie die een vergadering opstelt
B
Feest voor een vergadering
C
Alle kosten zijn duidelijk en inbegrepen

Slide 11 - Quiz

Standpunt
A
De plek waar je kunt staan
B
Een mening waar je achter staat
C
De plek waar een bedrijf zich vestigt

Slide 12 - Quiz

Programma
A
Overzicht van alle onderdelen/tijdsplan
B
Iemands bedoelingen of plannen
C
Live concert

Slide 13 - Quiz

Rondvraag
A
Mogelijk deel van de vergadering
B
Alleen de notulist mag vragen stellen
C
Niemand krijgt de kans om meningen te delen

Slide 14 - Quiz

Telegramstijl
A
App waarmee je berichten kunt versturen
B
Manier van boodschappen overbrengen
C
Bondig taalgebruik

Slide 15 - Quiz

Z.k.
A
Zonder klus
B
Zonder kennisgeving
C
Zonder kennis

Slide 16 - Quiz

Dubbele agenda
A
Een dubbele afspraak
B
Een thuis- en werkagenda
C
Een 2e doel hebben voor de vergadering

Slide 17 - Quiz

Hamerstuk
A
Stuk waar alleen nog over gestemd wordt
B
Om een schilderij mee op te hangen
C
Breed uiteinde van een balk

Slide 18 - Quiz

Interrumperen
A
Elkaar laten uitpraten
B
Vriendelijk antwoord geven
C
Onderbreken

Slide 19 - Quiz

Scrum teams
A
Werkwijze op flexibele manier
B
Maakt geen producten
C
Maakt alleen software

Slide 20 - Quiz

r.v.b.
A
Goedkeuren/verwerpen van wetsvoorstel
B
Directie van vennootschap
C
Controleert regering en beslist over kabinet

Slide 21 - Quiz

Redigeren
A
Nakijken en verbeteren van een tekst
B
Tekst uploaden
C
Tekst kopiëren en plakken

Slide 22 - Quiz

Topless vergadering
A
Vergaderen met elektrische middelen
B
Vergadering zonder elektrische middelen
C
Vergaderen zonder shirt

Slide 23 - Quiz

Motie
A
Een opdracht
B
Discussiepunt aanbrengen in vergadering
C
Geen formeel middel

Slide 24 - Quiz

Blind carbon copy
A
De belangrijkste ontvangers van de mail
B
De ontvanger ziet niet wie de mail gekregen heeft
C
Iemand krijgt een kopie van een mail

Slide 25 - Quiz

Quorum
A
Iemand die onderwijs geeft
B
Het minimaal aanwezigen voor een vergadering
C
Een huisdier

Slide 26 - Quiz

Citeren
A
Letterlijk overschrijven wat iemand zegt
B
De broer van Citroen
C
Verandering in de tekst

Slide 27 - Quiz

Effectief vergaderen
A
Bijeenkomst met extra uitleg
B
Definitieve beslissing nemen
C
Informatie uitwisselen

Slide 28 - Quiz

Meeting cost clock
A
Timer met de kosten van een vergadering
B
Totale kosten van de voorbereiding van een vergadering
C
Digitale agenda voor meetings

Slide 29 - Quiz

Cabaretopstelling
A
Deelnemers in tweetallen met ruimte om te schrijven
B
Tafels staan in U-vorm
C
5/6 stoelen gericht naar podium

Slide 30 - Quiz

Statuten
A
Handboek met procedures
B
Gewoonte
C
Informeel stuk

Slide 31 - Quiz