Mijn proefles

Wat is de volgorde van de behoeften in Maslow’s hierachy of needs? (Van laag naar hoog)
A
Veiligheid, liefde en de behoeften die erbij horen, fysieke behoeften, waardering, zelfontplooiing.
B
Fysieke behoeften, veiligheid, zelfontplooiing, liefde en de behoeften die erbij horen, waardering
C
Zelfontplooiing, veiligheid, waardering, liefde en de behoeften die erbij horen, fysieke behoeften
D
Fysieke behoeften, veiligheid, liefde en de behoeften die erbij horen, waardering, zelfontplooiing.
1 / 12
suivant
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieWOStudiejaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Wat is de volgorde van de behoeften in Maslow’s hierachy of needs? (Van laag naar hoog)
A
Veiligheid, liefde en de behoeften die erbij horen, fysieke behoeften, waardering, zelfontplooiing.
B
Fysieke behoeften, veiligheid, zelfontplooiing, liefde en de behoeften die erbij horen, waardering
C
Zelfontplooiing, veiligheid, waardering, liefde en de behoeften die erbij horen, fysieke behoeften
D
Fysieke behoeften, veiligheid, liefde en de behoeften die erbij horen, waardering, zelfontplooiing.

Slide 1 - Quiz

uitleg
Dit is de juiste volgorde, omdat je met elke volgende behoefte in een hogere staat van het vervullen van de behoefte komt. Je moet dus eerst een ‘simpelere’ behoefte vervullen. Je kan niet in een volgende behoefte komen zonder dat de vorige volledig is vervuld. Je kan dus niet een hogere behoefte vervullen, als je de onderliggende behoefte niet vervuld hebt.

Slide 2 - Diapositive

Welke behoefte is niet van toepassing in McClelland’s need for achievement theory?
A
Behoefte aan macht
B
Behoefte aan beloning
C
Behoefte aan aansluiting
D
Behoefte aan prestatie

Slide 3 - Quiz

uitleg
De 3 behoeften die in de theorie van McClelland voorkomen zijn behoefte aan prestatie, behoefte aan macht en behoefte aan aansluiting. Behoefte aan beloning is dus niet van toepassing. Hij zou wellicht een beetje onder behoefte aan prestatie kunnen vallen, maar er wordt niks gezegd over beloning.  

Slide 4 - Diapositive

Een manager van bedrijf X is ervan overtuigd dat mensen van nature een hekel hebben aan werken en niet gemotiveerd zijn. Daarom geeft hij veel sturing aan zijn werknemers en hebben de werknemers zelf helemaal geen macht of invloed op het bedrijf.
Bij welke theorie past de aanpak van deze manager?
A
Herzberg’s Theory
B
Expectancy theory
C
McGregor’s theory X and theory Y
D
McClelland’s need for achievement theory

Slide 5 - Quiz

uitleg
in theorie X, de traditionele zienswijze, wordt verondersteld dat mensen van nature een hekel hebben aan werken. Een manager moet daarom veel leidinggeven. De werknemers willen zelf geen verantwoordelijkheid en er is weinig ambitie.

Slide 6 - Diapositive

Een werknemer is ontevreden over zijn salaris. Hij vindt dat hij te weinig verdient. Toch is hij niet ontevreden over zijn baan. Hij voelt namelijk veel verantwoordelijkheid en dat maakt hem tevreden. Hieronder staan drie stellingen. Lees deze en kies dan A, B, C of D.

1. Verantwoordelijkheid is een motivatie factor en salaris is een hygiënefactor.
2. Deze werknemer gedraagt zich volgens 'theory X’.
3. Salaris is een motivatiefactor en verantwoordelijkheid is een hygiënefactor.
A
Stelling 1 en 2 zijn juist
B
Alleen stelling 1 is juist.
C
Alleen stelling 3 is juist
D
Stelling 2 en 3 zijn juist.

Slide 7 - Quiz

uitleg
antwoord C is juist omdat verantwoordelijkheid tot de motivatie factoren behoort, net als erkenning en dat leidt tot tevredenheid. Salaris behoort tot de hygiënefactoren, net zoals controle, status en veiligheid.  
De eerste stelling is onjuist want hier zijn de factoren omgedraaid.  
De tweede stelling over theory X heeft hier niets mee te maken en is tevens onjuist omdat deze werknemer wél verantwoordelijkheid voelt en dat maakt hem tevreden.  

Slide 8 - Diapositive

Een medewerker werkt al een tijdje met tegenzin bij een winkel. Hij heeft het gevoel dat alle kennis en inspanning die hij in zijn werk stopt niet uitbetaalt. Hij wil meer erkenning voor zijn werk, dit krijgt hij echter niet. Hij raakt hierdoor gedemotiveerd en een gevoel hiervan kan zijn dat hij minder hard gaat werken.

Bij welke theorie past deze situatie?

A
Theory y
B
Herzberg’s theory
C
Adams equity theory
D
Theory x

Slide 9 - Quiz

uitleg
Het moet antwoord c zijn omdat ze er bij de adams equity theory ervanuit gaan dat er een goede balans moet zitten tussen de “input”, dus wat iemand in zijn werk stopt, en de “output” wat iemand door zijn werk krijgt. Is er meer input dan output dan kan iemand gedemotiveerd raken.  

Slide 10 - Diapositive

Jan moet van zijn werkgever beginnen met een nieuw project. Hij krijgt van zijn baas echter niet te horen wat de gevolgen zijn als hij dit project goed afrondt (denk hierbij aan promotie of een geldbedrag). Jan kan dus voor zichzelf geen waarde verbinden aan de uitkomst van het project.

Bij welke theorie kan dit voor verwarring zorgen?
A
Theory x
B
Herzberg’s theory
C
Equity theory
D
Expectancy theory

Slide 11 - Quiz

uitleg
Bij de expectancy theory moet het zo zijn dat de waarde van het project zichtbaar is. Jan moet hier weten wat het project oplevert zodat hij hier een bepaalde waarde aan kan binden, anders valt bij de expectancy theory het model in elkaar. Bij de theorie zorgen namelijk moeite, presteren en uitkomsten in combinatie met een hoge waarde voor de motivatie. Jan weet hier echter niet wat de uitkomst is en daarom kan hij er geen waarde aan verbinden, waardoor hij niet goed gemotiveerd kan zijn.  

Slide 12 - Diapositive