Taal blok 6 les 9 Woordenschat
1 / 12
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Weet je het nog?
Wat betekent:
Ingewikkeld
Wat betekent:
Ingewikkeld
A
Wanneer je dekens om je heen hebt
B
Als iets moeilijk in elkaar zit, je snapt het niet meteen.
C
Heel erg makkelijk
D
ander woord voor inpakken.
Slide 2 - Quiz
nog eentje dan...
wat betekent: trainen
wat betekent: trainen
A
heel snel naar boven lopen
B
het geluid dat een duif maakt
C
een sport
D
oefenen
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
de boswachter
het oppervlak
het record
de regenworm
Diertje dat lang en dun is en in de grond kruipt.
Iemand die zorgt voor het bos en de natuur
Als je ergens de beste in bent.
De platte bovenkant van iets.
Slide 6 - Question de remorquage
Slide 7 - Vidéo
Slide 8 - Diapositive
Je ziet hem/haar vaak op televisie bij het journaal. Dan zijn ze in een stad en vertellen wat daar is gebeurd....
A
de boswachter
B
het standbeeld
C
de nieuwslezer
D
de verslaggever
Slide 9 - Quiz
Ik zet mijn voeten heel snel om de beurt op de grond en til ze op...
A
trainen
B
klappertanden
C
trappelen
D
uitbeelden
