soorten argumenten 3H

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Meningen en argumenten

Een mening is wat iemand vindt van iets. 

Om je mening te onderbouwen, gebruik je argumenten. 

Wat is een argument?

Als iemand zijn mening wil verdedigen, legt hij uit waarom hij iets vindt. 

Dit noem je een argument.

Veel gebruikte signaalwoorden bij argumenten zijn: 

want

omdat

daarom

namelijk

Waar of niet waar?
Objectieve argumenten zijn gebaseerd op onderzoeken en controleerbare feiten.

1. waar
2. niet waar

Waar of niet waar?
Objectieve argumenten zijn krachtiger dan subjectieve argumenten.

1. waar
2. niet waar

Feitelijk argument

Een feitelijk argument kun je controleren. Onderzoeksgegevens zijn altijd feitelijke argumenten. 

Voorbeeld: 

Dit kruispunt moet een rotonde worden, want uit onderzoek blijkt dat dat veiliger is. 

Ervaringsargument

De schrijver gebruikt een voorval dat hij zelf echt heeft beleefd. De ervaring is niet eenmalig.

Voorbeeld:

Dit kruispunt moet een rotonde worden, want ik ben daar al een aantal keer bijna aangereden. 

Nut of (on)gewenst gevolg

Met het argument legt de schrijver het nut of (on)gewenst gevolg uit. Het argument moet wel een gevolg zijn van wat in de stelling staat. De inhoud is gebaseerd op feiten.

Voorbeeld:

Dit kruispunt moet een rotonde worden, want dan gebeuren er minder ongelukken.

Veronderstelling/vermoeden

Het argument is gebaseerd op een algemeen aanvaarde opvatting of onderzoek. 

Voorbeeld:

Dit kruispunt moet een rotonde worden, want dan komen er vast minder files. 

Vergelijkingsargument

Het argument is een vergelijking. De vergelijking moet wel opgaan, dus twee gelijke zaken moeten zijn vergeleken. Wat wordt vergeleken moet gebaseerd zijn op feiten en niet op gevoelens, geloof of meningen.

Voorbeeld: 

Dit kruispunt moet een rotonde worden, want in het dorp hiernaast zorgde eenzelfde soort situatie voor veel minder files. 

Emotioneel argument

Het argument is gebaseerd op een gevoel of een intuïtie. Dit soort argumenten is heel persoonlijk en dus subjectief.

Voorbeeld:

Dit kruispunt moet een rotonde worden, want ik vind het heel naar dat daar zoveel ongelukken gebeuren. 

Welke soort argument zie je in 

de volgende voorbeelden?

Gebruik p. 179 uit je lesboek. 

De iPhone 12 kan je het beste bij Tele2 kopen. Daar is hij volgens Iphone Deals het goedkoopste.

1. veronderstelling/ vermoeden
2. vergelijkingsargument
3. feitelijk argument
4. emotioneel argument

Was regelmatig je handen, want het voorkomt infecties.

1. feitelijk argument
2. nut of (on)gewenst gevolg
3. ervaringsargument
4. emotioneel argument

Voor het kopen van een nieuwe printer kan je het beste naar de Mediamarkt gaan, want daar geven ze duidelijke uitleg.

1. vergelijkingsargument
2. emotioneel argument
3. veronderstelling/ vermoeden
4. ervaringsargument

Ga maar niet op zaterdag naar de stad, want dan zal het waarschijnlijk erg druk zijn.

1. vermoeden/ veronderstelling
2. gewenst gevolg
3. feitelijk argument
4. vergelijkingsargument

Ik vind de programma's van Bram Krikke helemaal niks; hij kan nogal grof en onbeschoft zijn tegen zijn gasten.

1. ervaringsargument
2. feitelijk argument
3. emotioneel argument
4. veronderstelling/ vermoeden.