herhalen H4 brugklas

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband

1. opsommend
2. voorbeeldgevend
3. tegenstellend
4. redengevend

Wat is een signaalwoord

Wat zijn signaalwoorden?

1. Woorden die verbanden tussen zinnen leggen
2. Woorden die zelfstandig een betekenis hebben
3. Woorden die iets zeggen over het zelfstandignaamwoord
4. Woorden die extra informatie geven

Wat zijn de signaalwoorden voor een chronologisch tekstverband?

1. eerst, daarna, nadat
2. toen, maar, omdat

Tegenstellingen
Wat zijn dit?

1. Woorden met een tegenovergestelde betekenis.
2. Meningen die iets tegenspreken.
3. Woorden die hetzelfde of bijna hetzelfde betekenen.
4. De, het & een.

Welk woord heeft in het meervoud geen 's?

1. menu
2. hobby
3. banaan
4. kassa

Hoe maak je meervoud op -s?

1. Je plakt er -s achter
2. Je schrijft -'s er achter
3. Zonder uitzondering overal -s achter
4. Je verdubbelt de laatste letter en dan -s

Wat is een onvoltooid deelwoord?

1. lopen
2. lopend
3. gelopen
4. liepen

Wat is een voltooid deelwoord?

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. lidwoord
4. persoonsvorm

Een naamwoordelijk gezegde heeft:

1. tenminste één koppelwerkwoord
2. meestal één koppelwerkwoord
3. tenminste één zelfstandig werkwoord
4. meestal geen werkwoorden

Wat is een naamwoordelijk gezegde?

1. Hij heeft gegeten.
2. Hij heeft een zusje gekregen.
3. Hij heeft corona.
4. Hij is een vrolijke Frans.

Wat zijn koppelwerkwoorden?

1. zijn, worden, bijten, binden, lopen, schrijven
2. zijn, worden, blijven, blijken, lijken, schijnen
3. zijn, worden, blaten, boren, luisteren, scheren
4. zijn, worden, breien, barsten, laten, schaven