Voeding en vertering 7


Voeding en vertering
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon


Voeding en vertering

Slide 1 - Diapositive

Wat moet je doen?
- telefoon in de bak
- kauwgom uit
-map en pen klaarleggen
- stil wachten tot de les begint

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen?
- Uitleg 
- Practicum maagsap uitwerken
- Opdrachten afmaken.

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je beschrijft voedselbederf en voedselinfecties en wat de gevolgen zijn.
  • Je benoemt hoe je eten langer houdbaar kunt maken.
  • Je benoemt wat je kunt doen om voedselinfecties te voorkomen.

Slide 4 - Diapositive

Voedselbederf
Voedselbederf ontstaat wanneer schimmels en bacteriën in voedsel het voedsel gaan afbreken

Slide 5 - Diapositive

Waarom bederft voedsel?
Micro organismen (schimmels en bacteriën)
ruimen op!

Hierbij komen toxinen (giftige stoffen) vrij 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Voedselinfectie en voedselvergiftiging

Voedselinfectie = als een ziekteverwekker in je voedsel de kans krijgt om zich in jou voort te planten (virussen, bacteriën en schimmels). 
Voedselbederf = wanneer schimmels en bacteriën in voedsel het voedsel gaan afbreken.
Voedselvergiftiging = een vergiftiging die je oploopt door toxinen in bedorven voedsel

Slide 8 - Diapositive

Hoe maak je voedsel langer houdbaar?
Conserveren = voedsel langer houdbaar maken
  1. Koelen
  2. Drogen
  3. Zouten 
  4. Inleggen in zuur
  5. Verhitten
  6. Inblikken

Slide 9 - Diapositive

Hoe maak je voedsel langer houdbaar?
  1. Koelen: Micro-organismen kunnen zich bij lage temp. niet goed voortplanten
  2. Drogen: Micro-organismen kunnen niet goed leven zonder water.
  3. Zouten : Micro-organismen verliezen vocht.
  4. Inleggen in zuur: Micro-organismen kunnen daar niet goed in groeien.
  5. Verhitten: Micro-organismen worden gedood.
  6. Inblikken: Er kan geen licht of lucht bij, waardoor organismen er niet goed bij kunnen komen of er kunnen overleven

Slide 10 - Diapositive

Twee manieren van verhitten
Steriliseren = Minimaal tot 100°C verhitten voor een tijdje. 
Bijv. Houdbare melk en jam.




Pasteuriseren = Bij een lagere temperatuur van rond de 60°C verhitten. Niet alle micro-organismen gaan dood, maar de smaak van het voedsel wordt ook niet erg anders. Bijv. melk, yoghurt en vla.

Slide 11 - Diapositive

Hygiënische maatregelen


Besmetting 
met bacteriën en schimmels

Slide 12 - Diapositive

Als er schimmels en bacteriën op je eten zitten dan...
A
Is je eten bedorven.
B
Is dat normaal.

Slide 13 - Quiz

Wat is geen symptoom van voedselvergiftiging?
A
Overgeven
B
Diaree
C
Buikkramp
D
Loopneus

Slide 14 - Quiz

Een voedselvergiftiging krijg je niet door..
A
Bacteriën
B
Virussen
C
Schimmels

Slide 15 - Quiz

Een voedselinfectie kun je niet krijgen door...
A
Bedorven voedsel
B
Ziekteverwekkers
C
Degene die het klaarmaakt

Slide 16 - Quiz

Een voedselvergiftiging is hetzelfde als een voedselinfectie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Maak nu de opdrachten van..
Voorkomen dat je ziek wordt van je eten

Slide 18 - Diapositive