Thema 4 Bs 6 Speciale manieren van overerving

Lever hier (het screenshot van)
opdr. 61 in.
1 / 24
suivant
Slide 1: Question ouverte
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lever hier (het screenshot van)
opdr. 61 in.

Slide 1 - Question ouverte

B6:Speciale manieren van overerving

Slide 2 - Diapositive

Tot nu toe gehad...
  • Monohybride: Aa x Aa
  • Dihybride: AaBb x AaBb
  • Intermediair: AwAr x AwAr of VAVa x VAVa
  • X-chromosomaal: XAXa x XAY

Slide 3 - Diapositive

Nu nog erbij...
Speciale manieren van overerven: 
- Gekoppelde genen (dihybride, genen liggen op hetzelfde chromosoom)
- Multipele allelen (méér dan 2 allelen voor een eigenschap)
- Letale allelen
- MtDNA (mitochondriaal DNA)

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Alle nakomelingen
 in de F1 zijn:        

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Twee konijnen met lang haar en rechtopstaande oren die beide heterozygoot zijn voor deze eigenschappen planten zich voort. De genen voor deze eigenschappen liggen op hetzelfde chromosoom. Hoeveel procent van de nakomelingen zal kort haar en flaporen hebben?
timer
5:00

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Vidéo

Multipele allelen
Drie allelen (IA, IB en i) combineren tot 4 bloedgroepen: 
Bloedgroep A:      IAIA of IA
Bloedgroep B:      IBIB of IB
Bloedgroep AB:   IAIB
Bloedgroep 0:      ii 

Slide 14 - Diapositive

Een vrouw met bloedgroep 0 krijgt een kind met een man met bloedgroep AB. Hoe groot is de kans dat het kind bloedgroep A heeft?
timer
3:00

Slide 15 - Question ouverte

Letale allelen
Een allel zorgt ervoor dat een organisme niet levensvatbaar is wanneer het homozygoot (twee maal) aanwezig is. 

Voorbeeld: q is een letaal allel bij muizen. Je kruist twee heterozygote muizen (Qq). 25% van die nakomelingen heeft genotype qq: die zijn dus niet levensvatbaar. 
Van de overige muizen is 2/3 Qq en 1/3 QQ. 

Slide 16 - Diapositive

p is een letaal allel bij cavia's. Je kruist cavia Pp met cavia Pp. Hoeveel % van de levend geboren jongen heeft genotype Pp?
timer
3:00

Slide 17 - Question ouverte

"Gewone" dihybride kruising: Een kip met een lange kam (heterozygoot) en witte veren (heterozygoot) wordt gekruist met een haan met een korte kam en zwarte veren.
Wat is de verhouding fenotypen in de F1?

timer
3:00

Slide 18 - Question ouverte


Bij pronkerwten zijn de allelen P en L gekoppeld. 

P = paarse bloemkleur en is dominant over rode bloemen.


Bij stuifmeelkorrels blijken twee vormen voor te komen: 

L = langwerpige stuifmeelkorrels
l = ronde stuifmeelkorrels

Een plant met rode bloemen en rond stuifmeel wordt gekruist met
een ouder die heterozygoot is voor beide eigenschappen:
Wat zijn de verhoudingen van de fenotypes in de F1-generatie?
A
0/100
B
25/75
C
50/50
D
20/80

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

AABbCcddEe x aaBbCCDdee
bereken de kans op AaBBCCDdee
(noteer een breuk 1/2, 1/3, 1/4, etc)

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Diapositive

Kun je nu di- en polyhybride kruisingsvraagstukken oplossen?
A
Ja
B
Soms, extra oefening zou fijn zijn
C
Nee, ik kom er helemaal niet uit

Slide 24 - Quiz