5vsptl1 week 2 lunes 08 de enero

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

¡Feliz Navidad y feliz Año Nuevo!

Programa de hoy

-  Hablar

-Woordvolgorde 

- Tarea de escritura

- Vocabulario C

Los objetivos de esta clase:

1. Al final de esta clase  sabes mejor las reglas  cómo escribir frases en español;

Aan het einde van deze les weet je beter hoe je zinnen moet schrijven in het Spaans.

(De doelen voor deze les...)

Pregunta a tu compañero/a en español/vraag aan je klasgenoot in het Spaans

Wat heb je deze vakantie gedaan?

Antwoord in minimaal 3 hele zinnen

Después: verander van rol / cambia de papel

Wat heb je gedaan
in de kerstvakantie? En español

Wat voor woorden zijn dit:
simpático - aburrido - grande - famoso

Wat voor woorden zijn dit:
chico - amiga - casa - supermercado

Wat voor woorden zijn dit:
ser - comer - hablar - vivir

zelfstandig naamwoorden	dingen, personen	casa, plátano, manzana, amiga, Rosa, Maria
Werkwoorden	acties	ser, comer, vivir, hablar
Bijvoeglijke naamwoorden	eigenschappen van dingen, personen	simpática, inteligente
bijwoorden	de manier hoe iemand/iets doet	rápidamente, normalmente
lidwoorden		el las los la un unas unos

In welke zin is de woordvolgorde ONJUIST?

1. No he comprado agua.
2. ¿Has vendido tú bicicleta?
3. Hemos tenido 6 semanas de vacaciones.
4. He no comido pizza.

Wat is de juiste woordvolgorde van de toekomende tijd?

1. ir + a + hele werkwoord (voy a comer)
2. ir + hele werkwoord (voy comer)
3. ir + werkwoord vervoegen (voy como)

Wat is waar? In een Spaanse zin...

1. komt de plaatsbepaling voor de tijdsbepaling
2. verandert de volgorde als je een vraagzin maakt
3. is de woordvolgorde niet flexibel
4. staan alle werkwoorden bij elkaar

Woordvolgorde in het Spaans

- Iedere zin heeft een vervoegd werkwoord

- Alle werkwoorden van de zin staan bij elkaar

In welke tijden staan de volgende zinnen?

• Como.
• He comido arroz con leche.
• Mañana, con mis amigos, voy a comer un bocadillo en el parque.

Hoe maak je een goede zin?

Onderwerp +  werkwoord(en) + hoe, waar, wanneer, wat, etc.

Yo + como + un postre

Rosa + habla + rapidamente

El gato+ es + bonito

¿Cómo escribir frases en español?

Om Spaanse zinnen op de goede manier te schrijven, hou je rekening met de onderstaande vragen 

1. Staan alle werkwoorden bij elkaar?
2. Is per zin 1 werkwoord vervoegd? (klinkerwisseling werkwoorden Teams!)
3. Staat de ontkenning vóór het vervoegde werkwoord?
4. Staat het belangrijkste werkwoord in de juiste tijd? (dus tegenwoordige tijd, toekomende tijd, etc.)
5. Staat dat werkwoord goed vervoegd bij de juiste persoonsvorm? ; yo soy, ellos hablan etc
6. Staat de tijdsaanduiding* vóór of achteraan de zin?  (gisteren, vanochtend, in 1898, om half drie)
7. Staat de plaatsbepaling** vóór of achteraan de zin? (hier/daar, in Madrid, bij de Kwakel, boven, achter)
8. Zijn de bijvoeglijk-,bezittelijk voornaamwoord en lidwoord aan het zelfstandig naamwoord aangepast? vb. : Un libro rojo; Nuestra casa roja.
9. Hebben de vraagwoorden accenten?  é , í, á ó, ú ?;  Denk ook aan de ¿? en de ¡!
10. Heb je voor de bijzin de bovenstaande regels opnieuw toegepast?

Stappen om Spaanse zinnen te schrijven

1. Wat is er fout aan deze zin?
2. Wat moet het dan wel zijn?

Las pizarras son rojos.

Maak deze zin ontkennend:

Los alumnos hablan sobre las tareas en el libro

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

actor - famoso - es - el - muy

Plaats de woorden in de juiste volgorde:

juega - hoy - Maradona - fútbol - al

Plaats de woorden in de juiste volgorde:
madre - come - mi - pasta - la - rapidamente

Maak een goedlopende zin met 3 tot 5 woorden:
amiga - inteligente - come - chica - la - vive - habla - pizza - francés - bien - normalmente - es - mucha

Wat heb je in de vakantie gedaan?
Maak een zin met 4 tot 6 woorden

Wat doe je vandaag?
Maak een zin met 4 tot 6 woorden

1. De jurk en de tas zijn mooi.

2. Ik ga winkelen in de hoofdstad van Nederland.

3. Wij maken vandaag een wandeling naar het bos.

4. Ik hou niet van dure dingen. 

5. Hoe laat is het? Het is vijf voor negen 's morgens.

6. Het is een reclame voor de modeshow.

Wandelen: dar un paseo

Zinnen schrijven

Schrijf je zinnen zelf!

Con un diccionario

Op een blaadje / schrift

1. De jurk en de tas zijn mooi.     

El vestido y el bolso son bonitos.

2. Ik ga winkelen in de hoofdstad van Nederland. 

Voy a ir de compras en la capital de Holanda.

3. Wij maken vandaag een wandeling naar het bos.

Hoy damos un paseo al bosque

4. Ik hou niet van dure dingen.     

No me gustan las cosas caras.

5. Hoe laat is het? Het is vijf voor negen 's morgens.    

¿Qué hora es? Son las nueve menos cinco de la mañana.

6.Het is een reclame voor de modeshow.   

Es un anuncio para la pasarela.

Zinnen schrijven, antwoorden

Tarea de escritura

De opdracht: 

Schrijf een korte brief aan een vriend(in) waarin je vertelt hoe jouw dag eruit ziet. 
Vertel wat je 's morgens, 's middags en 's avonds doet. Vermeld de tijdstippen erbij.  A las siete... 
Benoem ook een activiteit die je met je vrienden doet. Vergeet niet de werkwoorden te vervoegen.

Gebruik geen google translate. Dit voorkom je door korte zinnen te

schrijven. Ook maak je gebruik van de woordenschat uit de woordenlijst.

Inleveren:
Je levert de opdracht deze les in (dit is huiswerk voor de volgende les).
Je krijgt geen cijfer, het is om te oefenen.

Querido/querida (naam): 

¿Cómo estás? Yo muy bien.

...................................................

...................................................

...................................................

Un saludo,

(naam)

Vocabulario

Quizlet live

Capítulo 2, vocabulario C

https://quizlet.com/762826666/live?type=classic