Reageren op prikkels 4T examentraining

Reageren op prikkels
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Reageren op prikkels

Slide 1 - Diapositive

Van waarnemen naar bewegen
  • Je beschrijft de onderdelen van het zenuwstelsel en hun functies.
  • Je legt uit hoe de hersenen de spieren aansturen via zenuwen.
  • Je benoemt verschillende soorten bewegingen.

Slide 2 - Diapositive

Elk organisme( bacteriën, schimmels, planten en dieren) kan prikkels waarnemen.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Prikkels en impulsen

Slide 4 - Diapositive

Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. 

- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels 

Slide 5 - Diapositive

Adequate prikkels
  • Juiste prikkel bij het juiste zintuig

Slide 6 - Diapositive

Geur is een adequate prikkel voor je ogen.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Adequate prikkels 

Slide 8 - Diapositive

Onthouden
  1. Zintuigcellen vangen de prikkel uit de omgeving op en zetten de prikkel om in een impuls
  2. Een impuls is een elektrisch stroompje dat 
  3. Door zenuwen gaat van het zintuig naar de hersenen of van de hersenen naar de spier.

Slide 9 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een prikkel en een impuls?

Slide 10 - Question ouverte

Drempelwaarde

Als een prikkel te klein is, dan kan het zintuig het niet waarnemen.

De prikkel is beneden de DREMPELWAARDE.


De drempelwaarde is bij verschillende organismen anders: een hond kan beter horen dan een mens.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

De docent praat heel erg zacht waardoor je haar niet verstaat en niet reageert, hoe komt dit?
A
Je motivatie is te laag
B
Je discipline is te laat
C
Het geluid komt niet tot de drempelwaarde
D
Het geluid komt wel over de drempelwaarde

Slide 13 - Quiz

Gewenning
Je went aan prikkels, je reageert er na verloop van tijd niet meer op.
Voorbeelden:
- Je hoort de klok niet meer tikken.
- Je voelt niet meer dat je een horloge, oorbellen, ring of kleding 
   draagt.
-  Als je naast het spoor woont hoor je treinen niet meer.

Slide 14 - Diapositive

Verschillende prikkels
  • Zintuigen zetten prikkels om in impulsen. 
  • Een impuls is een elektrisch stroompje door een zenuw naar de hersenen gaat.
  • impulsen gaan door het zenuwstelsel, ze zetten de hersenen of het ruggenmerg aan het werk.


Slide 15 - Diapositive

reageren of niet?

  • Je reageert niet op:
  • te zwakke prikkels
  • prikkels die er de hele tijd zijn (gewenning)
  • onbelangrijke prikkels (motivatie)

Slide 16 - Diapositive

Bewuste reactie
Voorbeeld: 
  1. je wordt geduwd , 
  2. je kijkt  
  3. duwt terug.
De hersenen bepalen wat er gebeurt en geven een impuls af naar een spier

Slide 17 - Diapositive

Bewuste beweging (via de hersenen)

Slide 18 - Diapositive

Reflex
Prikkel -> impuls -> gevoelszenuwcel -> schakelzenuwcel -> bewegingszenuwcel -> Spier/klier reageert


Slide 19 - Diapositive

Onbewuste beweging= Reflex (niet via de hersenen)

Slide 20 - Diapositive

Iemand trapt op een punaise . Tijdens de reflex die daarop volgt, wordt het been omhooggetrokken.

 

Beschrijf de reflexboog waarlangs de impulsen worden geleid bij deze reflex. 
Beenspieren
Gevoelszenuwcellen
Bewegingszenuwcellen
Zintuigen in de voet
Schakelcellen in het ruggenmerg

Slide 21 - Question de remorquage

Bewuste reactie 
zintuig - gevoelszenuwcellen - ruggenmerg/hersenstam - hersenen       
                          REACTIE  
ruggenmerg/hersenstam - bewegingszenuwcellen - spieren/klieren

Slide 22 - Diapositive

 Reflex is een vaste, onbewuste reactie op een zeer sterke prikkel
Functies van een reflex: onbewust regelen van motoriek, snel reageren bij kans op onverwachte beschadiging van het lichaam
  • Bij een reflex reageert het ruggenmerg en niet de hersenen
  • Alleen bij een zeer sterke prikkel

Terugtrekreflex; 
Strekreflex; Kniepeesreflex; 
Pupilreflex; 

Slide 23 - Diapositive

reflexen/reflexboog

Slide 24 - Diapositive

Een paar vragen

Slide 25 - Diapositive


Bewegingszenuwen geleiden impulsen van ...
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 26 - Quiz

Koppel de juiste prikkel aan het juiste zintuig
Lichtzintuig
Reukzintuig
Smaakzintuig
Gehoorzintuig
Licht
Geur
Geluid
Stoffen in voedsel

Slide 27 - Question de remorquage

Wat betekent het dat je went aan een prikkel?

Slide 28 - Carte mentale

Hoe kan het dat een kat een muis kan horen?
gebruik drempelwaarde in je antwoord.

Slide 29 - Carte mentale

Wat is een reflex?
A
Bewuste reactie op een prikkel
B
Een snelle impuls naar de hersenen
C
Een snelle reactie op een sterke prikkel
D
Een bewuste impuls naar de spieren

Slide 30 - Quiz