11.4 Duurzaamheid

11.4 Duurzaamheid
Leerdoelen:
- afval
- luchtvervuiling
- broeikaseffect
- milieubewust
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

11.4 Duurzaamheid
Leerdoelen:
- afval
- luchtvervuiling
- broeikaseffect
- milieubewust

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Afval scheiden. Hoe?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een ander woord voor vuilnis?
A
vuilnis
B
troep
C
afval
D
bende

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend GFT?
A
Geel fruit en tomaten
B
Groen fruit en tuin
C
Gras, fruit en tuin
D
Groente, fruit en tuin

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is klein chemisch afval?
A
Koelkast, droger
B
Computer, laptop
C
Batterijen, lampen, oude verf
D
Tv, magnetron

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekend afval scheiden?
A
Alle afval in 1 prullenbak gooien
B
Afval op de straat gooien
C
Het afval niet in 1 vuilnisbak doen
D
Alle afval in de glasbak gooien

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is grofvuil?
A
Al het afval in de prullenbak
B
Al het afval wat niet in de prullenbak past
C
Al het afval wat overblijft
D
Groente, fruit en tuinafval

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is restafval?
A
Al het afval dat overblijft
B
Afval waar giftige stoffen in zitten
C
Alles wat niet in de prullenbak past
D
Kleding en schoenen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de 2e keus kleding?
A
Gaat naar de winkel
B
Gaat naar andere landen
C
Wordt verbrand
D
Worden dekens van gemaakt

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt gemaakt van de kleding die echt niet meer gedragen kan worden? (3e keus)

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er gemaakt van oude plastic (PET) flessen?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Oud glas
Plastic
Kleding
Sorteren op kleur en wordt gesmolten in de oven
Het worden korrels en het wordt gesmolten
Sorteren op 1e keus en 2e keus of er worden dekens van gemaakt

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Groen afval
plastic afval
Klein chemisch Afval
Glas afval
rest afval
Sleepvraag

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

energie
benzine
koolstofdioxide
zwaveldioxide
stikstofoxiden

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Verzuring

Slide 19 - Diapositive

plaatje vorige les ook gezien
verzuring ontstaat door ammoniak uit mest maar ook door zwaveldioxide en stikstofoxiden
zure regen -> in bodem of grondwater, vooral in zandgronden verzuring want humus en kalk neutraliseren het
2 gevolgen: mineralen lossen op en spoelen naar het grondwater, 
onbereikbaar voor plantenwortels
giftige stoffen komen vrij zoals lood en aluminium waardoor wortelharen beschadigen en planten ziek worden
zwaveldioxide
zwaveldioxide
stikstofoxiden
stikstofoxiden
ammoniak
ammoniak
zure regen
zwavelzuur
salpeterzuur

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke/verstoorde kringloop
Teveel CO2 ,door het vele verbranden van fossiele brandstoffen.
- té veel CO2 in lucht? -> niet meer op te nemen door planten -> teveel CO2 in atmosfeer -> 'versterkt broeikaseffect'. 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
B
versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofdioxide
C
het broeikaseffect bestaat helemaal niet
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk gas veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide ( CO2)
C
stikstof
D
biogassen

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

het broeikaseffect wordt veroorzaakt door
A
koolstofdioxide
B
zwaveldioxide
C
stikstofoxiden
D
drijfgassen/raketbrandstof

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan vier energiebronnen die in Nederland worden gebruikt. Zet ze in de volgorde van de energiebron die het meeste gebruikt wordt, tot de energiebron die het minste wordt gebruikt. 
1= meest gebruikt, 4= minst gebruikt
1
2
3
4
Biomassa
Fossiele brandstoffen
Windenergie
Zonne-energie

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Duurzame energiebronnen
Fossiele brandstoffen

Slide 29 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraken zijn juist?
A
Bij de uitademing van planten en dieren wordt CO2 uit de lucht opgenomen.
B
Bij de fotosynthese wordt zuurstof in de atmosfeer gebracht.
C
Door het verbranden van fossiele brandstoffen komt er CO2 in de lucht.
D
Door kalkvorming wordt koolstof opgeslagen.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Klik op de afbeelding om deze te vergroten.

Welke maatregel van het plan Ruimte voor de rivier wordt in de afbeelding toegepast?
A
kribben verlagen
B
nevengeul graven
C
rivierbed verdiepen
D
uiterwaard uitgraven

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats.
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging

Slide 32 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

koolstof in producenten
koolstof in consumenten
koolstof in reducenten
Koolstof-dioxide
fotosythese
verbranding
verbranding
verbranding
dode resten van consumenten
dode resten van producenten
fotosythese

Slide 33 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik begrijp het!
Zelfstandig de opdracht maken
ik vind het nog lastig!
Samen met de docent oefenen

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrijp je 't? Bewijs 't!
11.4 maak opd.: 
Groen 4,5,6,13,15,17,21,24,29
Blauw 2,3,4,7,10,14,16,19,22

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions