Persoonsvorm is altijd een
werkwoord. Een werkwoord is iets wat je kan doen, bijvoorbeeld:
fietsen, lopen, werken of
drinken.
Je vindt de persoonsvorm door de zin van tijd te veranderen. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
VB: Ik loop naar school ---> Ik liep naar school