13.1 - de lever [les 1, herhaling]

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Binas pakken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les

- Invullen vragenlijst
- Terugblik 8.5 + 8.6
- Herhalen lever


Slide 2 - Diapositive

De Exit-ticket van de vorige les is nagekeken en voorzien van feedback. Het juiste antwoord staat er nog niet op. Ik deel deze exit-ticket uit en modeleer de strategie voordat ik het juiste antwoord geef.

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesafsluiting!
Beantwoord te vragen, gebruik filtratie = resorptie + afvoer
1
2
3

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Strategie bloedvaten
Insuline is een hormoon dat door de alvleesklier wordt geproduceerd in reactie op een verhoogde bloedsuikerspiegel. Het stimuleert cellen in de lever, spieren en vetweefsel om glucose uit het bloed op te nemen en op te slaan als glycogeen of vet. Deze opslag voorkomt dat de bloedsuikerspiegel te hoog wordt. Noteer alle bloedvaten en hartruimtes die insuline passeert op zijn route van de alvleesklier naar de lever.
Schrijf voor je zelf eerst even op, bespreken hem zo.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Door welke van deze bloedvaten gaat een oestradiol-molecuul op de kortste weg vanuit de haarvaten in de darm tot aan de borstslagader? Noteer de betreffende nummers in de juiste volgorde.

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 1
Je kunt uitleggen welke rol de lever speelt bij de verwerking van aminozuren.





Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eenmaal verteerd worden de verteringsproducten opgenomen in de dunne darmwand. Waar gaan de verteringsproducten dan naar toe? Aminozuren/Vetzuren/Koolhydraten

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lever: de stofwisselingscentrale
  • stoffen afbreken, omvormen, produceren, opslaan

  • Vorming eiwitten

  • Bloedsuikerspiegel constant houden (glucose concentratie in het bloed)

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aminozuren en eiwitten
Lever zorgt ervoor dat er voldoende van de juiste aminozuren zijn (niet-essentiële omzetten/ bijmaken)

Vormen bloedeiwitten: stollingseiwitten, transporteiwitten en bloedeiwitten voor de osmotische waarde v/h bloed

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De lever kan aminozuren omzetten en zelf produceren. Welke soort aminozuren zijn dit?
A
Essentiële aminozuren
B
Niet essentiële aminozuren

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Te veel aminozuren
... worden afgebroken 

aminogroep omgezet in ureum, afgegeven aan bloed en de nieren filteren het eruit en stopt ureum in je urine

de rest wordt verbrand of omgezet in vetzuren en glucoseen opgeslagen als vet
Lever is dus ook een uitscheidingsorgaan

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 2


Je kunt uitleggen hoe de lever bijdraagt aan het constant houden van het glucosegehalte van het bloed.



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Glucose & glycogeen
- De lever slaat te veel glucose op in de vorm van glycogeen (alleen levercellen en spiercellen kunnen dit).
- Is er te weinig glucose in het bloed, dan wordt glycogeen weer omgezet in glucose en afgegeven aan bloed.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je lever kan glucose assimileren tot glycogeen. Dit gebeurt verder alleen in spiercellen. Waarom zullen juist spiercellen glycogeen opslaan?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe regel je het glucosegehalte van je bloed?
  • Je lichaam heeft glucose nodig. Glucose is ‘brandstof’ voor je lichaam. Het geeft je energie om te bewegen, warm te blijven en voor alle processen die in je lichaam plaatsvinden.

  • Je lichaam regelt de hoeveelheid glucose in je bloed met twee hormonen: insuline en glucagon
  • Deze hormonen worden geproduceerd in de alvleesklier.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedsuikerspiegel = concentratie glucose in bloed

Wanneer is je bloedsuikerspiegel hoog?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom is glucose eigenlijk zo belangrijk?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn gevolgen van een te lage bloedsuikerspiegel? (T1)

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de gevolgen van een te hoge bloedsuikerspiegel? (T2)

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Regeling van bloedsuikerspiegel
Glucose wordt omgezet tot glycogeen door insuline
Glycogeen wordt omgezet tot glucose door glucagon





Insuline en glucagon worden aangemaakt in de alvleesklier

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je bloedsuikerspiegel is erg hoog, welk hormoon wordt afgegeven?
A
Insuline
B
Glucose
C
Glycogeen
D
Glucagon

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Insuline
Twee taken

1. omzetten glucose in glycogeen
2. zorgt ervoor dat celmembraan glucose doorlaat 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Regeling van de hoeveelheid glucose in het bloed

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Suikerziekte/Diabetes

Zelf geen constante bloedsuikerspiegel hebben

De regeling van glucose werkt niet goed: 
  1. Cellen nemen te weinig glucose uit het bloed op -> moe
  2. De spieren en de lever slaan te weinig glucose op -> bloedglucose te hoog
  3. De nieren halen het teveel aan glucose uit het bloed en de patiënt plast het vervolgens uit (= test ziekenhuis)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn twee soorten diabetes

  • Bij diabetes type 1 zijn de alvleeskliercellen die insuline maken beschadigd. Hierdoor maakt de alvleesklier onvoldoende insuline.



  • Bij diabetes type 2 zijn de lichaamscellen ongevoelig geworden voor insuline. Hierdoor werkt het hormoon niet goed meer. Diabetes type 2 komt veel voor bij mensen met overgewicht, die weinig bewegen.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn diabetes type I en type II te genezen? Zo ja, hoe dan?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Langdurige gevolgen
diabetes
Bij langdurige diabetes zonder diagnose kan uiteindelijk een amputatie van een voet/been nodig zijn. Diabetes zorgt voor nauwere bloedvaten. Door de slechtere doorbloeding genezen wondjes bijzonder slecht wat kan leiden tot ernstige infecties. 

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk!
Wat?                   - Maak een samenvatting van de volgende twee onderdelen                                        van paragraaf 13.1
                             - Glucosegehalte van het bloed
                            - Aminozuren en eiwitten







                 






Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions