Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3.1 terugblik
Slide 1 - Diapositive
in
maakte arbeiders producten met
die steenkool gebruikte als
stoommachines
fabrieken
grondstoffen
Slide 2 - Question de remorquage
In de industriële samenleving woonde meer dan de helft van de mensen in de stad.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 3 - Quiz
In de industriële samenleving werkte een klein deel van de bevolking in de industrie en dienstensector
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Vidéo
Leg uit waarom het leven in de fabrieken zwaar is.
Slide 6 - Carte mentale
Waarom verenigen de arbeiders zich in vakbonden?
Slide 7 - Carte mentale
3.2 democratie in Nederland
Slide 8 - Diapositive
Wat zie je op de afbeelding?
Slide 9 - Carte mentale
Het bestuur van Nederland
Nederland wordt samengevoegd met België nadat Napoleon is verslagen. Willem I wordt de koning
Hij mag niet alleen besturen
Staten generaal: eerste en tweede kamer
Eerste kamer werd gekozen door de koning
Tweede kamer wordt gekozen door provinciale staten en deze weer door edelen en regenten.
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Slide 12 - Vidéo
Wanneer hoort Belgie bij Nederland
A
1800
B
1810
C
1815
D
1820
Slide 13 - Quiz
Koning willem I heeft veel macht en het volk weinig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Waarom trekt Willem I zich niet veel aan van het volk?
Slide 15 - Carte mentale
Waarom komt België in Opstand?
Slide 16 - Carte mentale
3.2: terugblik
- Hoe werd Nederland bestuurd?
- België wordt onafhankelijk
Slide 17 - Diapositive
Eerste kamer
Koning
Ministers
Provinciale staten
Tweede kamer
Slide 18 - Question de remorquage
Waarom trekt Willem I zich niet veel aan van het volk?
Slide 19 - Carte mentale
Waarom komt België in Opstand?
Slide 20 - Carte mentale
Burgers willen meer macht
Ook in Nederland!
Slide 21 - Diapositive
Liberalen
Burgers willen meer invloed op de politiek
Verstandige burgers moeten regering controleren
Godsdienstvrijheid, persvrijheid
Moet een nieuwe grondwet komen (1848)
Thorbecke
Slide 22 - Diapositive
Waarom wil Willem II nu de grondwet wel veranderen?
Slide 23 - Carte mentale
Nieuwe grondwet (1848)
Nederland een parlementair stelsel
Parlement de hoogste macht
Koning staatshoofd maar geen leider van de regering.
Tweede kamer gekozen
Uitbreiding kiesrecht
Slide 24 - Diapositive
A
B
C
D
Godsdienstvrijheid
Persvrijheid
Vrijheid van vergadering
Vrijheid van vereniging
Slide 25 - Question de remorquage
Slide 26 - Vidéo
Wanneer is de eerste grondwet opgesteld?
A
1814
B
1848
C
1917
Slide 27 - Quiz
Wanneer er een voorstel voor een wijziging van de Grondwet wordt ingediend, moet een meerderheid in het parlement daar mee instemmen. Hoe groot moet die meerderheid zijn?
A
2/3 meerderheid
B
4/5 meerderheid
C
1/2 + 1 meerderheid
Slide 28 - Quiz
Wat zou er volgens jou in een grondwet moeten staan?
Slide 29 - Carte mentale
Opdracht
Maak je eigen grondwet!
Minimaal 10 grondwetten
Leg kort per wet uit waarom deze voor Nederland belangrijk is.