4H th5 Regeling B3 ruggenmerg en B4 reflexen (dl1)

4H th5 Regeling B3 ruggenmerg en B4 reflexen (1) 
1 / 40
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4H th5 Regeling B3 ruggenmerg en B4 reflexen (1) 

Slide 1 - Diapositive



Focus vandaag (skelet erbij)
Eerst gezamelijk, dan keuze 

  • Strooptest
  • B3 Ruggenmerg: bouw (schors, merg, gemengde zenuwen,       gevoelszenuwen, bewegingszenuwen)
  • Onderscheid rug-borstzijde
  • Ligging cellichamen van drie typen zenuwcellen
  • B4 reflexen 

Zelfstandig werken: tekst goed doorlezen en 26, 27, 29, 30, 31, 32 maken



Slide 2 - Diapositive

Testje
Als ik zeg: 3,2,1, start, ga je voor jezelf de kleuren opzeggen. 
Niet valsspelen! 
Hoe snel ben je?

Slide 3 - Diapositive

stopwatch
00:00

Slide 4 - Diapositive

Testje
Als ik zeg: 3,2,1, start, ga je voor jezelf de kleuren opzeggen. 
Niet valsspelen! 
Hoe snel ben je nu?

Slide 5 - Diapositive

stopwatch
00:00

Slide 6 - Diapositive

Strooptest
  1. Ontdekt door John Ridley Stroop
  2. Stroop-effect
  3. Het is makkelijker om woorden te lezen dan kleuren te benoemen 

Slide 7 - Diapositive

Conclusie
De manier waarop verschillende informatie gefilterd wordt in je hersenen verschilt; sommige dingen 'vinden' je hersenen nou eenmaal belangrijker dan andere dingen.

Slide 8 - Diapositive

Pak je BINAS erbij
Nr 88 bevat heel veel waardevolle afbeeldingen. Leer deze goed toe te passen.

Slide 9 - Diapositive

BINAS
88B

Slide 10 - Diapositive

BINAS
88C1
88C2

Slide 11 - Diapositive

Wat wordt waar verwerkt in de grote hersenen?
- Primaire sensorische centra vertalen impulsen in beeld, geluid etc.
-Secundaire sensorische centra bevatten informatie waardoor je de informatie uit de primaire centra herkent. 
- Primaire motorische centra maken impulsen voor bewuste bewegingen (links doet recht en rechts doet links)
-Secundaire motorische centra bevatten informatie waardoor bewegingen vloeiend verlopen

Slide 12 - Diapositive

Kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren de samenwerking van je spieren. Je kleine hersenen laten hiervoor een aantal spieren precies op tijd hun werk doen. 

De kleine hersenen zorgen dus voor coördinatie. 


Slide 13 - Diapositive

thalamus
- impulsen van zintuigen gaan via de thalamus naar de grote hersenen

- coördinatie van de informatiestroom                                      
- filter voor belangrijke en                                     
onbelangrijke prikkels                                                             


Slide 14 - Diapositive

De thalamus als informatiefilter
Grote evenementen trekken vaak dronken relschoppers aan. Zij jutten elkaar op en het eindigt veelal met een gevecht met de politie. Flinke klappen met de wapenstok lijken hen geen pijn te doen. Een duidelijk voorbeeld van de werking van alcohol op de thalamus. Impulsen gaan vanuit je zintuigen via de thalamus naar de hersenschors. Impulsen van de pijnzintuigen zijn door de alcohol weg gefilterd in de thalamus.

Slide 15 - Diapositive

Je gaat naar de Subway en de geur die je daar waarneemt associeer je met je vakantie naar Frankrijk. Waar in je hersenen vindt deze associatie plaats?
A
Primaire motorische centra
B
Secundaire motorische centra
C
Primaire sensorische centra
D
Secundaire sensorische centra

Slide 16 - Quiz

De thalamus en de hypothalamus hebben verschillende functies, namelijk:
A
De hypothalamus regelt homeostase en de thalamus doet de biologische klok
B
De hypothalamus regelt de hormonen en de thalamus doet de bewegingen
C
De hypothalamus regelt homeostase en de thalamus filtert de impulsen
D
De hypothalamus regelt de hormonen en de thalamus filtert de impulsen

Slide 17 - Quiz

Gokvraag ;-) Mannen en vrouwen hebben een iets andere bouw van de thalamus. Hierdoor kunnen...
A
vrouwen beter contrast zien en mannen beter beweging
B
vrouwen beter onderscheid maken tussen tinten en mannen zien beter contrast
C
vrouwen beter contrast zien en mannen tinten beter onderscheiden
D
vrouwen beter onderscheid maken tussen tinten en mannen zien beter beweging

Slide 18 - Quiz

BINAS
88J

Slide 19 - Diapositive

Grijze en witte stof

Slide 20 - Diapositive

waar zit in de hersenen de witte stof, en waar zit de witte stof in het ruggenmerg?
A
Hersenen: binnenkant Ruggenmerg: buitenkant
B
Hersenen: buitenkant Ruggenmerg: binnenkant

Slide 21 - Quiz

Ken je/kan je toepassen:
- anatomische indeling zenuwstelsel
- bouw hersenen

A
Ja
B
Zo ongeveer
C
Niet echt
D
Neen

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Goed kunnen aanwijzen wat links en rechts is

Slide 24 - Diapositive

B4 Reflexen
Bekijk bron 8, BINAS 88K en bekijk daarna de volgende animatie in bioplek.org (link op volgende pagina).

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Bewuste bewegingen
Reflex

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

enkele oefenvragen

Slide 31 - Diapositive

Welk deel van een zenuwcel leidt impulsen van het cellichaam af?
A
Dendriet
B
Axon

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Diapositive

De Cellichamen van neuronen liggen meestal in, of in de buurt van het ruggenmerg. Welk van deze neuronen heeft daardoor vaak een lange dendriet nodig?
A
motorische neuronen
B
schakelneuronen
C
sensorische neuronen

Slide 34 - Quiz

Hoe heten de onderdelen 1 en 5?
A
1 = axon 5 = insnoering van Ranvier
B
1= axon 5 = neurotransmitter
C
1 = dendriet 5 = myelineschede
D
1 = dendriet 5 = neurotransmitter

Slide 35 - Quiz

Kabel met isolatie
Zenuw met Myeline (isolatie van de zenuwcellen)

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Welk type zenuw is de zenuw die van je ruggenmerg naar je onderarm loopt?
A
waarschijnlijk een sensorische zenuw
B
waarschijnlijk een motorische zenuw
C
waarschijnlijk een gemengde zenuw
D
geen idee, ik heb niet opgelet

Slide 38 - Quiz

Zie je hier een bewuste reactie of een reflex? Waar zie je dat aan?
A
bewuste reactie, omdat de impuls via je ruggenmerg gaat
B
reflex, omdat de impuls via je ruggenmerg gaat
C
reflex, omdat de impuls niet via je hersenen gaat
D
reflex, omdat de impuls via een motorisch neuron rechtstreeks naar de spier gaat

Slide 39 - Quiz

Huiswerk
Goed doorlezen B3 en B4 en maken opdr 26, 27 en 29 tm 32

Slide 40 - Diapositive