H13.1 en 13.2

Testje
Als ik zeg: 3,2,1, start, ga je voor jezelf de kleuren opzeggen. 
Niet valsspelen! 
Hoe snel ben je?
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Testje
Als ik zeg: 3,2,1, start, ga je voor jezelf de kleuren opzeggen. 
Niet valsspelen! 
Hoe snel ben je?

Slide 1 - Diapositive

stopwatch
00:00

Slide 2 - Diapositive

Testje
Als ik zeg: 3,2,1, start, ga je voor jezelf de kleuren opzeggen. 
Niet valsspelen! 
Hoe snel ben je nu?

Slide 3 - Diapositive

stopwatch
00:00

Slide 4 - Diapositive

Strooptest
  1. Ontdekt door John Ridley Stroop
  2. Stroop-effect
  3. Het is makkelijker om woorden te lezen dan kleuren te benoemen 

Slide 5 - Diapositive

Conclusie
De manier waarop verschillende informatie gefilterd wordt in je hersenen verschilt; sommige dingen 'vinden' je hersenen nou eenmaal belangrijker dan andere dingen.

Slide 6 - Diapositive

  • Je kunt ervoor kiezen om eerst 14.1 en 14.2 te lezen en dan deze les te doen, of eerst deze les te doen en dan de paragrafen te lezen en de vragen te maken. Of tegelijk, kan ook. 
  • Het is wel fijn om 14.1 en 14.2 in 1x af te ronden (en dan ben je ook klaar voor week 12) omdat ze veel met elkaar te maken hebben.
  • Gebruik je BINAS zoveel mogelijk, de nummers worden steeds genoemd.

Slide 7 - Diapositive

Pak je BINAS erbij
Nr 88 bevat heel veel waardevolle afbeeldingen. Leer deze goed toe te passen.

Slide 8 - Diapositive

BINAS
88B

Slide 9 - Diapositive

BINAS
88C1
88C2

Slide 10 - Diapositive

Wat wordt waar verwerkt in de grote hersenen?
- Primaire sensorische centra vertalen impulsen in beeld, geluid etc.
-Secundaire sensorische centra bevatten informatie waardoor je de informatie uit de primaire centra herkent. 
- Primaire motorische centra maken impulsen voor bewuste bewegingen (links doet recht en rechts doet links)
-Secundaire motorische centra bevatten informatie waardoor bewegingen vloeiend verlopen

Slide 11 - Diapositive

Kleine hersenen
De kleine hersenen coördineren de samenwerking van je spieren. Je kleine hersenen laten hiervoor een aantal spieren precies op tijd hun werk doen. 

De kleine hersenen zorgen dus voor coördinatie. 


Slide 12 - Diapositive

thalamus
- impulsen van zintuigen gaan via de thalamus naar de grote hersenen

- coördinatie van de informatiestroom                                      
- filter voor belangrijke en                                     
onbelangrijke prikkels                                                             


Slide 13 - Diapositive

De thalamus als informatiefilter
Grote evenementen trekken vaak dronken relschoppers aan. Zij jutten elkaar op en het eindigt veelal met een gevecht met de politie. Flinke klappen met de wapenstok lijken hen geen pijn te doen. Een duidelijk voorbeeld van de werking van alcohol op de thalamus. Impulsen gaan vanuit je zintuigen via de thalamus naar de hersenschors. Impulsen van de pijnzintuigen zijn door de alcohol weg gefilterd in de thalamus.

Slide 14 - Diapositive

Je gaat naar de Subway en de geur die je daar waarneemt associeer je met je vakantie naar Frankrijk. Waar in je hersenen vindt deze associatie plaats?
A
Primaire motorische centra
B
Secundaire motorische centra
C
Primaire sensorische centra
D
Secundaire sensorische centra

Slide 15 - Quiz

De thalamus en de hypothalamus hebben verschillende functies, namelijk:
A
De hypothalamus regelt homeostase en de thalamus doet de biologische klok
B
De hypothalamus regelt de hormonen en de thalamus doet de bewegingen
C
De hypothalamus regelt homeostase en de thalamus filtert de impulsen
D
De hypothalamus regelt de hormonen en de thalamus filtert de impulsen

Slide 16 - Quiz

Gokvraag ;-) Mannen en vrouwen hebben een iets andere bouw van de thalamus. Hierdoor kunnen...
A
vrouwen beter contrast zien en mannen beter beweging
B
vrouwen beter onderscheid maken tussen tinten en mannen zien beter contrast
C
vrouwen beter contrast zien en mannen tinten beter onderscheiden
D
vrouwen beter onderscheid maken tussen tinten en mannen zien beter beweging

Slide 17 - Quiz

BINAS
88J

Slide 18 - Diapositive

Grijze en witte stof

Slide 19 - Diapositive

waar zit in de hersenen de witte stof, en waar zit de witte stof in het ruggenmerg?
A
Hersenen: binnenkant Ruggenmerg: buitenkant
B
Hersenen: buitenkant Ruggenmerg: binnenkant

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

1

Slide 22 - Vidéo

01:04
Wat is een tight-junction?
A
Een eiwit waarmee cellen aan elkaar vastzitten
B
Een eiwitpoort die moleculen naar binnen laat.
C
Een onderdeel van de celmembraan
D
Een vetachtige stof die door de celmembraan kan.

Slide 23 - Quiz

Ken je/kan je toepassen:
- anatomische indeling zenuwstelsel
- bouw hersenen
- functie bloed-hersenbariere?
A
Ja
B
Zo ongeveer
C
Niet echt
D
Neen

Slide 24 - Quiz

Reflex
Bekijk bron 8, BINAS 88K en bekijk daarna de volgende animatie in bioplek.org (link op volgende pagina).

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Lien

BINAS
88A

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Epitheel ken je misschien wel; de bekleding van je mond en darmen is bv. epitheel. Wat is dan 'endotheel'?
A
een soort huid voor je hersenvocht
B
de bekleding van je inwendig milieu
C
de bekleding van je hersenen

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

Welk deel van een zenuwcel leidt impulsen van het cellichaam af?
A
Dendriet
B
Axon

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Diapositive

De Cellichamen van neuronen liggen meestal in, of in de buurt van het ruggenmerg. Welk van deze neuronen heeft daardoor vaak een lange dendriet nodig?
A
motorische neuronen
B
schakelneuronen
C
sensorische neuronen

Slide 33 - Quiz

Hoe heten de onderdelen 1 en 5?
A
1 = axon 5 = insnoering van Ranvier
B
1= axon 5 = neurotransmitter
C
1 = dendriet 5 = myelineschede
D
1 = dendriet 5 = neurotransmitter

Slide 34 - Quiz

Kabel met isolatie
Zenuw met Myeline (isolatie van de zenuwcellen)

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Welk type zenuw is de zenuw die van je ruggenmerg naar je onderarm loopt?
A
waarschijnlijk een sensorische zenuw
B
waarschijnlijk een motorische zenuw
C
waarschijnlijk een gemengde zenuw
D
geen idee, ik heb niet opgelet

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Bewuste bewegingen
Reflex

Slide 40 - Diapositive

Zie je hier een bewuste reactie of een reflex? Waar zie je dat aan?
A
bewuste reactie, omdat de impuls via je ruggenmerg gaat
B
reflex, omdat de impuls via je ruggenmerg gaat
C
reflex, omdat de impuls niet via je hersenen gaat
D
reflex, omdat de impuls via een motorisch neuron rechtstreeks naar de spier gaat

Slide 41 - Quiz

Huiswerk
  • 13.1: 1-9
timer
20:00

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive